Beslissingen worden er enkel genomen op gemeentelijk, provinciaal en federaal niveau. Naast deze beslissingsniveaus zijn er nog een aantal overlegniveaus; Wijkcomité’s , Kantonnale Comités en Inter Provinciaal Comité’s hebben alleen een adviserende functie.
Gemeente
Het laagste verkozen niveau is de gemeente waar alle lokale problemen worden aangepakt. De wijkcomité’s moeten het gemeentebestuur dichter bij de burger brengen en de beslissingen meer volgens de wensen van de bevolking maken. Op die manier worden lokale problemen door lokale overheden opgelost zonder bemoeienissen van hogere niveaus. Dit betekent ook dat we moeten stoppen met het fusioneren van gemeenten, sterker zelfs de reeds uitgevoerde fusies ongedaan maken. We moeten proberen om gemeenten te creëren met een echte samenhorigheid, waar mensen echt ‘samenleven’.
Wijkcomités
Wijkcomités zijn niet verkozen burgers die zich willen inzetten voor hun wijk. Iedere wijk zou een wijkcomité moeten krijgen aangevuld met een aantal verantwoordelijken van de gemeente, uiteraard dingen die lokaal beslist kunnen en moeten worden.
Een wijkcomité moet de beschikking krijgen over een ruimte in de lokale lagere school. Mensen uit de wijk weten het beste wat er voor hen nodig is om het samenleven te optimaliseren: zij kennen de infrastructuur, de mobiliteitsproblemen in hun buurt, problemen met integratie en sociale cohesie. Het wijkcomité kan zich ook bezighouden met kinderopvang, huiswerkbegeleiding, studeer- en vergaderplek, wijk of buurtfeest. Dit is zeker een praktische oefening in democratie en participatie. De democratie moet van onder uit opgebouwd worden. Het wijkcomité is een goede politieke leerschool.
Alles wat niet in de gemeenteraad kan beslist worden omdat het gemeente-overschrijdend is of boven de technische of financiële mogelijkheden van een gemeente is, moet op het niveau van het kanton opgelost worden. Er moet een duidelijke richtlijn komen over wat op welk niveau beslist wordt en dat wordt ondergebracht bij een gemeenschappelijke intercommunale.
Kanton
Waarom is in Vlaanderen het begrip centrumsteden ontstaan? Eigelijk omdat de stad zoveel diensten aanbiedt die ook door de omliggende gemeentes worden gebruikt. Als we gemeente-overschrijdend beleid zouden samenbrengen op het eerstvolgende niveau, de stadsregio of het kanton dan zou het begrip centrumsteden en de daarbij horende geldstromen niet meer nodig zijn. Een centrumstad oefent een centrale functie uit voor zijn omgeving, onder andere op het vlak van werkgelegenheid, verzorging, onderwijs, cultuur en ontspanning. Benjamin Barber is er van overtuigd dat burgemeesters meer zoeken naar pragmatische oplossingen. Aangezien Barber het vooral heeft over supergrote steden moeten wij zoeken naar meer pragmatische oplossingen voor de nieuwe structuur van Vlaanderen.
Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen liggen er 13 steden in een grootstedelijk of regionaal-stedelijk gebied, dit zijn de zogenaamde centrumsteden. Uitgangspunt voor het bepalen van de nieuwe regio’s zijn de 13 centrumsteden. Aan de hand van de studie van 2001 “De Belgische Stadsgewesten, 2001”, van Sarah Luyten, Etienne Van Hecke van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie, K.U.Leuven zijn de nieuwe districten gecreëerd met de 13 centrumsteden en hun stadskern, kernstad, agglomeratie banlieue en forensen-woonzone als basis.
De stadsgewesten, zoals vastgelegd in bovengenoemde studie, worden aangevuld met gemeenten die meestal via gewestwegen deze centrumsteden kunnen bereiken. Uiteraard is zo’n samenstelling altijd arbitrair, vooral omdat over deze landelijke gemeenten geen studiewerk bestaat. Op die manier komen we tot 13 kantons (uitgebreide stadsgewesten).
Het kustgebied is samengebracht omdat dit zijn specifieke problemen heeft, met Oostende als centrumstad. We zullen Vlaanderen dus moeten onderverdelen in 13 kantons die samen de vier provincies omvatten, dus ook de kleine landelijke gemeenten zullen vallen onder de 13 Vlaamse kantons. Politie en gerecht moeten georganiseerd worden per kanton.
Intercommunales
Intercommunales moeten worden opgericht per kanton. De basisbehoeften van mensen; water, elektriciteit, gas, internet en openbaar vervoer moeten ondergebracht worden in intercommunales per kanton. Dus geen grote organisaties meer met veel bureaucratie, maar kleine flexibele entiteiten die dichter bij de behoeften van de burger staan.
In feite gaat het hier om ‘commons’ zoals;
- Gas, water, elektriciteit, internet
- Sociale woningen
- Hulpdiensten: brandweer, civiele bescherming en 100-centrale
- Openbare ziekenhuizen
- Openbaar vervoer
- ICT voor gemeenten, provincie en intercommunales
- Havens
- Sportinfrastructuur
- Bosbeheer
Kantonnale Comités
Kantonnale comités worden samengesteld uit alle burgemeesters of hun afgevaardigden voor een specifiek domein. De kantonnale comités zijn een overlegorgaan waar problemen die zich situeren op kantonnaal niveau besproken worden, zoals mobiliteit.
De voorstellen van deze comités moet worden voorgelegd op alle gemeenteraden en moet ook door hen worden goedgekeurd. Een gulden meerderheid (61,8%) van alle mandatarissen samen is nodig om een besluit goed te keuren.
Een Veiligheidsraad zoals met de corona-crisis wordt samengesteld uit de provinciegouverneurs of hun vertegenwoordigers. In tegenstelling tot de Inter Provinciale Comités heeft dit comité wel beslissingsbevoegdheid op federaal niveau.
Inter Provinciale Comités
Aangezien alle overheidstaken in principe zaak van de provincies zijn, tenzij bij Grondwet bepaalde taken aan het federaal niveau (voorlopig Belgisch, later Europees) overgedragen worden, worden de regionale parlementen afgeschaft. Wanneer bvb de 4 Vlaamse provincies vinden dat er een gezamenlijk standpunt moet worden ingenomen, dan kan dit in een Inter Provinciaal Comité. Dit ad hoc overleg-committee wordt samengesteld uit de provinciegouverneurs of hun vertegenwoordigers volgens beleidsdomein. Een Inter Provinciaal Overleg kan uitmonden in een voorstel wat moet goedgekeurd worden door de gekozen parlementsleden van de verschillende provincies. Een meerderheid per provincie is noodzakelijk. Brussel moet volledig onafhankelijk blijven van zowel Vlaamse als Waalse provincies en heeft de bevoegdheden van een provincie. Dus geen inter provinciale comités tussen Brussel en andere provincies.