Mensenrechten Artikel 2

Een ieder heeft recht op alle rechten en vrijheden die in deze Verklaring opgesomd staan, zonder enig onderscheid van welke aard dan ook, zoals volk, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.
Verder zal geen onderscheid worden gemaakt op basis van de politieke, juridische, of internationale status van het land of gebied waartoe iemand behoort, onverschillig of het een onafhankelijk, of niet-zelfbesturend gebied betreft, dan wel of er een andere beperking van de soevereiniteit bestaat.