Ik begrijp nu iets beter waarom politici er telkens in slagen om hun kiezers te bedotten. Waarom laten de kiezers zich zo gemakkelijk beetnemen. De afstand tussen de politiek en de burger is veel te groot. Politici zijn vergeten dat ze de mensen vertegenwoordigen. Weten zij nog wel wat er leeft bij de mensen of moeten ze dit vragen aan mensen die vanuit hun bureau met enquetes bepalen wat de mensen willen.
“Politiek zou zonder het slechte geheugen van de mensheid helemaal niet mogelijk zijn.” Harry Mulisch, Nederlands schrijver 1927-2010
We moeten onze politici tegen zichzelf beschermen.
Uit onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Dacher Keltner, van de universiteit van Californië blijkt dat macht ons brein beschadigd, waardoor we onvriendelijk worden. Machthebbers zijn impulsiever, schatten minder goed risico’s in en hun inlevingsvermogen vermindert.
Ook de Canadese neuroloog Sukhvinder Obhi van de McMaster Universiteit in Ontario (meer info op www.obhilab.com), kwam al eerder tot gelijkaardige resultaten. Hij onderzocht niet het gedrag van machthebbers, maar wel hun brein. In zijn onderzoek vergeleek hij de hersenen van machthebbers met die van gewone mensen. Daaruit bleek dat macht het zogenaamde spiegelingsproces dat aan de basis ligt van empathie, schaadt. In normale gevallen imiteren mensen immers elkaars gedrag, maar dat doen machthebbers dus niet.
Hoewel macht ervoor zorgt dat we gemakkelijker informatie krijgen en we ons beter kunnen concentreren op de essentiële informatie, maakt het ons ook arroganter. Machthebbers doen namelijk minder moeite om mensen te leren kennen en reageren botter.
Om politici tegen hunzelf te beschermen en ervoor te zorgen dat ze de voeling met de burger niet verliezen, is het nodig dat hun aanwezigheid in beslissingsomgevingen zoals parlement, beperkt blijft tot 2 achtereenvolgende periodes. Daarna moeten ze een onbezoldigd sabbat-5-jaar nemen of zich terugtrekken op het gemeentelijk niveau.
Vergoedingen van politici
Waarom moeten parlementsleden rijkelijk betaald worden? Omdat ze in onze naam beslissingen nemen? Omdat ze tot de politieke elite behoren? Omdat ze slimmer zijn dan de bevolking? Omdat ze regelmatig op TV komen? Waarom moeten zij een groot pensioen krijgen? Waarom wordt een deel van hun inkomsten belastingvrij gemaakt, terwijl ze van de gewone burger eisen dat ze veel betalen?
De gemiddelde loonkost in België is momenteel 39,1 € per gewerkt uur. Omdat een uur werken voor een politieker ook een voorbereiding vraagt, geven we per gewerkt (op tikklok) uur 78,2 € per gewerkt uur. Om te vermijden dat er onbeperkt “gewerkt” wordt voorzien we een maximum aantal uren volgens functie en een totaal aantal van maximum 150 uren per maand. (Voor overzicht zie Noten 18). Alle vergoedingen voor politici worden door het ministerie van binnenlandse zaken betaald op basis van de time-sheets van de politici.
Er is bij de bevolking zeker geen begrip voor het feit dat een deel van de vergoeding van de parlementsleden onbelast is. De bevolking kreunt onder de belastingdruk, maar de politici moeten hier niet aan meedoen. Leg dit maar eens uit aan de burger. Daarom willen we geen belastingvrije sommen, maar alles gewoon belasten zoals voor iedere burger.
Ook een overdreven hoog pensioen is niet uit te leggen. Geef politiekers een pensioen voor gewerkte jaren, maar dat hoeft niet hoger te zijn dan dat van de bevolking. Politici moeten zelf ook doen wat ze vragen van de burger. Dus geen speciaal pensioen voor politici.
Er is geen enkele reden waarom parlementsleden een riante vergoeding moeten krijgen als ze vertrekken. Een afscheidspremie van één jaar moet echt wel volstaan en alleen maar als ze einde mandaat zijn en niet herkozen, niet als ze zelf hun mandaat beëindigen. De premie wordt berekend op het gemiddelde loon van de gewerkte jaren.
Niet naar minder politici, wel continue vernieuwing
Kristof Calvo pleit in zijn boek ‘Leve Politiek’ voor het verminderen van het aantal parlementsleden (als hij er maar bij is voor de rest van zijn leven?). Er zijn zeker en vast te veel professionele politiekers. Dat zijn mensen die een leven lang in de politiek lekker veel geld willen verdienen en kikken op macht. Er ontstaan zelfs politieke families: we zullen De Croo en zoon of Tobback en zoon of Van Rompuy en zoon, niet noemen in dit verband. Behoefte aan macht zit blijkbaar in de genen.
De enige besparing op de politiek die politici kunnen bedenken is het verminderen van het aantal parlementsleden. Een populistische maatregel die de vox populi graag ziet gebeuren, omdat ze denken dat de kosten dan verminderen. Maar door het aantal parlementsleden terug te schroeven vermindert de controle op de uitvoerende macht (regering, provinciebestuur of burgemeester en schepenen) en zijn er minder kritische tussenkomsten. De partijen zien dit graag gebeuren, want daardoor hebben ze juist meer controle op hun mandatarissen. De boegbeelden staan meestal dichter bij de macht, terwijl de meer kritische stemmen dichter bij de burger staan.
Vandaag komt ruim 90 procent van de wetten die het parlement goedkeurt, er op initiatief van de regering. Meer dan 70 procent van de wetten zijn omzettingen van Europese richtlijnen.
Ongeveer 40 jaar geleden schreef Alvin Toffler: “Vrijwel zeker moeten we ons ontdoen van onze verouderde partijstructuren, ontworpen voor een slechts kalmpjes aan veranderende wereld van massa-bewegingen en massa-economie. We zullen tijdelijke, modulaire partijen moeten oprichten die tegemoet komen aan snel veranderende behoeften – een soort in- en uitschakelbare partijen van de toekomst.” (Noten 12)
Om vernieuwing in het parlement en in de partijen te stimuleren, mogen parlementsleden slechts 2 achtereenvolgende periodes of maximum 10 jaar in het parlement zetelen en deze niet cumuleren met andere functies (geef die functies maar aan trouwe partijleden). Ook lokaal mogen burgemeester en schepenen slechts 2 periodes achtereen aan de macht zijn. Gemeenteraadslid zijn mag onbeperkt.
Om te vermijden dat de massa (soeverein) als een kip zonder kop achter een leider aanloopt mag een partij nooit meer dan 49 % van de zetels halen (dit om mensen zoals Poetin, Erdogan, Hitler en nog zoveel anderen te vermijden).
Meer parttime politici
In het aantal beroepspolitici moet gesnoeid worden. Er moeten meer parttime politici komen. Het is een populistische uitspraak om te zeggen dat het aantal parlementsleden omlaag moet, want daardoor verlagen de kosten. De kosten verlagen misschien een beetje, maar het aantal beroepspolitici zal toenemen. Daardoor zal de politiek nog verder van de burger komen te staan, want minder politici wil zeggen dat de partijen nog meer macht hebben over hun ‘politieke slaven’. Concentratie van macht is altijd een slecht idee, of is er nog iemand een groot voorstander van multinationals die geen rekening houden met mensen en ook veel te weinig belastingen betalen. En onze politici betalen ook te weinig belastingen. Voor een nieuw soort vergoeding voor onze politici zie volgende paragraaf.
Momenteel zijn er 538 parlementairen en nog eens 398 provincieraadsleden, die trouwens veel minder verdienen dan de parlementairen. Maar die laatsten zijn trouwe partijleden die een snabbeltje krijgen. Het totaal aantal mandaten is dus 936. In mijn voorstel tot herschikking van parlement en provincie kom ik tot een totaal van 579 provinciale parlementsleden, wat een behoorlijke vermindering is van het aantal politici. En toch zullen er dan meer parlementsleden in het parlement zetelen, wat de macht van de partijleiding een beetje kan verminderen. Door een andere manier van vergoeden te gebruiken zullen er zeker en vast minder fulltime politiekers komen.