Belangrijkste probleem is het ontbreken van directe parlementaire controle op de commissie met zijn commissievoorzitter en de raad van regeringsleiders met zijn president. Een ander probleem is de bureaucratie en de regeltjes-lust van de commissie. Anderzijds is er ook een probleem bij de deelnemende landen, die voor moeilijke beslissingen altijd ‘Europa’ de schuld geven. Het nemen van beslissingen is in Europa een nachtmerrie geworden. Er zijn fundamentele fouten in het beslissingsproces.
“Een statenbond bestuurd door regeringsleiders en niet verkozen bureaucraten, pro forma gecontroleerd door een parlement zonder wetgevende bevoegdheid, is geen democratie”
Jos De Man, uit zijn boek “Van burger tot onderdaan”
Volgens Benjamin Barber, schrijver van “If mayors ruled the world”, hebben de steden de sleutels in handen om ons een duurzame toekomst te schenken. Nationale staten kunnen de internationalisering niet aan. Volgens Barber maakt het creëren van supra-nationale beslissingsniveaus, de dingen niet gemakkelijker aangezien de individuele landen sterk op hun onafhankelijkheid steunen. Landen zijn independent (onafhankelijk), terwijl de wereld interdependent (onderling afhankelijk) geworden is.
Beslissingen over de landsgrenzen heen brengen weinig of geen oplossingen (zie hiervoor het stijgend aantal euro-sceptici). Wat we zelf niet kunnen oplossen wordt niet door Europa of de Verenigde Naties opgelost. toch zijn er een aantal problemen die op dat niveau zullen moeten opgelost worden: klimaatproblematiek, migraties, de wereldwijde markt, multinationals, kapitaalstromen en speculaties, wapenhandel. Een aantal van onze politici denkt nochtans dat de vervelende beslissingen maar door Europa moeten genomen worden, zodat ze verder kunnen spelen in hun al dan niet kleine land.
Steeds volgens Barber vertalen globale processen zich in steden in tastbare problematieken, die praktische oplossingen vereisen. Als die lokale oplossingen zich verspreiden in een netwerk van steden, kunnen steden een cruciale rol spelen in de uitbouw van een mondiaal verhaal van duurzaamheid. Steden zijn verplicht om pragmatisch naar oplossingen te zoeken, vooral omdat hun schaal nog echte participatie en dus echte democratie kan toelaten.
Ulrike Guérot schrijft in ‘De Nieuwe Burgeroorlog’:
“In de Europese burgeroorlog staan verliezers van de globalisering tegenover de winnaars ervan, stedelijke centra tegenover het platteland, jong tegenover oud, arm tegenover rijk en identiteiten tegenover kosmopolieten. Er doet zich een bijna prerevolutionaire situatie voor, die niets meer te maken heeft met het klassieke politieke schema van links en rechts, maar wel met het paradigma van de burgeroorlog; de overheersten tegenover de overheersers of gewoon ‘het volk’ tegenover de elite. Anders geformuleerd: de Europese nationale staten vallen als politiek lichaam uiteen.”