Enkele ideeën
Jonathan Holslag schrijft over Europa het volgende:
“In vergelijking met China of de Verenigde Staten is Europa een watjessamenleving geworden. De middenklasse heeft zich teruggetrokken in haar kookboeken-bibliotheken en slaat vanuit haar gesubsidieerde passief-woningen gade hoe de wereld voorbij raast. Terwijl overbetaalde ambtenaren de samenleving arm rekenen, worden hun kinderen onderworpen aan bezigheidstherapie in muffe pedagogen-pretparken. De onderklasse gaat met haar uitkeringen als een verslaafde te keer in dump-winkels, om daarna vanachter ranzige instantmaaltijden naar nog ranziger spelprogramma’s te kijken. Het laat haar koud dat de hele maakindustrie verdwijnt en dat de grenzen van Europa worden geteisterd.”
En hij gaat verder: “In plaats van polarisatie, van zwart en wit, vertrekt echt politiek leiderschap van de aanvaarding van grijs en maakt het een verschil met een heldere visie die de grijze massa doet verlangen naar meer. Politiek leiderschap is per definitie progressief. Het gelooft dat mensen en samenlevingen ondanks hun egoïstische doelstellingen toch in staat zijn een betere toekomst te scheppen, door de neuzen in dezelfde richting te zetten en elkaar tot verantwoordelijkheid, betrokkenheid en burgerschap aan te zetten. En zelfs als de weg naar die doelen moeizaam is, bochtig, en onvoorspelbaar, ja zelfs als zij nooit volledig zullen worden gerealiseerd of moeten worden bijgesteld, dan nog blijft politiek leiderschap succesvol met elke stap die het de samenleving voorwaarts doet zetten.”
In haar boek ‘De nieuwe burgeroorlog’ schrijft Ulrike Guérot het volgende:
“Het nieuwe politieke lichaam, de politieke bovenbouw van Europa, kan niet bestaan zonder economische en sociale onderbouw. De voorwaarde voor de beëindiging van de Europese burgeroorlog is de beëindiging van de euro- en bankencrisis. De politieke heroprichting van Europa vooronderstelt een gemeenschappelijke eed op de financiën, Eurobonds, Europese werkeloosheidsverzekering (basisinkomen?) en schuldsanering zijn daarvoor de drie basiselementen.”
Montesquieu schreef al een hele tijd geleden dat de afzonderlijke delen van een federatie altijd klein moeten zijn, om dichtbij de burger te staan. Wij moeten niet streven naar de Verenigde Staten van Europa maar naar een Europese Federatie, bestaande uit veel kleine regio’s. Kijk naar Zwitserland met zijn 26 kantons die elk hun eigen bestuur hebben. De regio’s hebben net als de deelstaten van het huidige Duitsland een grote zelfstandigheid. De deelstaten van Duitsland hebben eigen grondwetten, parlementen en regeringen. De overheidstaken zijn lokale bevoegdheden behalve voor door de Duitse grondwet bepaalde taken die federaal zijn. Federale wetten hebben voorrang op deelstaat-wetten.
“We verenigen geen staten, we maken mensen één.”
Jean Monet, de vader van Europa
Wanneer krijgen we politici die visie durven ontwikkelen en niet op korte termijn denken? Welke politieker gaat leiderschap vertonen zonder over te slagen tot autocratisch leiderschap? In de Europese politieke arena is het moeilijk om beslissingen te nemen en al zeker als het over de toekomst gaat. De Europese instellingen verdedigen een bepaald economisch model (een globaal kapitalisme) en drukken dit door zonder rekening te houden met de burgers van de landen van de Europese Unie.
Vernieuwing, welvaart en duurzaamheid nastreven, een echt milieubeleid moeten leiden naar een democratisch Europa, dat een voorbeeld wil zijn voor de rest van de wereld. Omgekeerd is het zo dat een verbetering van de democratie vernieuwing, welvaart en duurzaamheid zal doen ontstaan.