Waarom 13 referentieregio’s een goed idee zijn

Hoe referentieregio’s bepalen?

Referentieregio’s (vreselijke naam) zijn een goed idee op voorwaarde dat ze op een goede manier worden opgesteld (wetenschappelijk, dus niet politiek). Dus niet op de manier dat de Heer Somers ze heeft vastgelegd. Om ze vast te stellen gaat men uit van een wetenschappelijke studie zoals de studie van 2001 “De Belgische Stadsgewesten,  2001”, van Sarah Luyten, Etienne Van Hecke van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie, K.U.Leuven. Om goed te zijn zou die opnieuw moeten gebeuren want de verstedelijking neemt toe.

Vooreerst gaan we uit van de 13 centrumsteden (Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout). De basis voor de nieuwe stadsgewesten (kantons, districten, enz) zijn de centrumsteden met hun stadskern, kernstad, agglomeratie,  banlieue en forensen-woonzone als basis. De vraag die men stelt is; waar gaat de burger naartoe voor zijn aankopen, zijn ontspanning, zijn kliniek-bezoeken, enz. Ook moet men kijken naar economische samenwerkingen zoals het hele kustgebied. In mijn paper ‘Herstructurering Vlaanderen eerst aanpakken’  kan u per centrumstad zien wat de verschillende zones zijn en hoe ik die aangevuld heb tot logische eenheden (meer: https://www.guidodroomt.be/2020/11/07/de-stadsgewesten-van-vlaanderen/) . Over de uitbreidingen die ik voorstel kan de politiek gaan ruziemaken, want dat is uiteindelijk het enige wat ze nog doen met dank aan de particratie.

Dichter bij de burger

Om te herstructureren moet men zich afvragen hoe men de efficiëntie kan doen toenemen en de legitimiteit verhogen door de burger meer te betrekken, door dichter bij hem te beslissen. Het provinciaal niveau wordt vervangen door een entiteit die dichter bij de leefwereld van de burgers staat, de 13 stadsgewesten. Alle taken van de provincie gaan naar het niveau stadsgewest. 

Het laagste verkozen niveau is de gemeente waar alle lokale problemen worden aangepakt. Gemeenten moeten terug gedefusioneerd worden, want ze moeten zo dicht mogelijk bij de burger te staan. Legitimiteit is belangrijker dan efficiëntie. Superstructuur Antwerpen moet afgebouwd worden en vervangen door het volgende niveau, het stadsgewest. Taken die niet lokaal kunnen opgelost worden moeten ondergebracht worden bij het stadsgewest.  “Pragmatische oplossingen vinden voor streek-gebonden problemen” , dat is de taak van de politici in de verschillende stadsgewesten.

Het nieuwe niveau moet bevoegdheden krijgen over aangelegenheden die door een hele regio gebruikt worden, zoals cultuur, onderwijs, verzorgingsbedrijven en zo verder. Het nieuwe bestuursniveau moet komaf maken met de huidige wildgroei aan regionale samenwerkingsverbanden zoals intercommunales, huisvestingsmaatschappijen, vzw’s voor cultuurprojecten, sociale verhuurkantoren en zo verder.

Minder gesjoemel met intercommunales 

De intercommunales en aanverwante structuren zijn door politici “gewild” ontaardt in een ondoorzichtig kluwen en vooral bewust onttrokken aan democratische controle. Het is een soort speeltuin voor politici van alle partijen. Intercommunales zijn ontstaan omdat bepaalde problemen niet op gemeentelijk vlak gerealiseerd kunnen worden. Samenwerking geeft soms een schaalvoordeel, vooral bij samenaankoop. Samenwerking in intercommunales geeft de mogelijkheid om meer gespecialiseerde taken, die onmogelijk door de gemeente kunnen gedaan worden, uit te besteden aan een samenwerkingsverband van meerdere gemeenten. 

  • Intercommunales worden georganiseerd op stadsgewest-niveau en mogen dus ook niet daarbuiten functioneren
  • Intercommunales mogen geen dochters oprichten
  • Intercommunales vallen onder de bevoegdheid van de stadsgewest-raad.
  • Intercommunales zijn er voor de burger, winsten worden dus uitgekeerd aan de burger

Wie is verkozen?

Wie is verkozen voor de Gemeente: diegenen die het hoogste aantal stemmen heeft wordt burgemeester.

Op Stadsgewest-niveau (=kieskring) wordt de gouverneur niet benoemd maar verkozen zoals de burgemeester, met het meeste aantal voorkeurstemmen. De gouverneur stelt zelf zijn kabinet (bestuursploeg) samen, dat uiteraard moet goedgekeurd  worden door de stadsgewest-raad (aangevuld met alle gemeenteraden van het stadsgewest)..

Samengevat

  • Stadsgewesten staan dichter bij de burger
  • Stadsgewesten vervangen de provincies
  • Het nieuwe niveau moet de werkingsgebieden van de samenwerkingsverbanden laten samenvallen, alsook de politiezones, brandweer en civiele bescherming,  de gerechtelijke en bestuurlijke arrondissementen, het kiesarrondissement, het werkingsgebied van bv. De Lijn, en zo verder.
  • Intercommunales moeten binnen het stadsgewest blijven, dus kleiner en efficiënter.
  • Burgemeester en Stadsgewest Gouverneur worden rechtstreeks verkozen