Wijkcomité’s
Wijkcomités zijn niet verkozen burgers die zich willen inzetten voor hun wijk. Iedere wijk zou een wijkcomité moeten krijgen aangevuld met een aantal verantwoordelijken van de gemeente, uiteraard dingen die lokaal beslist kunnen en moeten worden.
Een wijkcomité moet de beschikking krijgen over een ruimte in de lokale lagere school. Mensen uit de wijk weten het beste wat er voor hen nodig is om het samenleven te optimaliseren: zij kennen de infrastructuur, de mobiliteitsproblemen in hun buurt, problemen met integratie en sociale cohesie. Het wijkcomité kan zich ook bezighouden met kinderopvang, huiswerkbegeleiding, studeer- en vergaderplek, wijk of buurtfeest. Dit is zeker een praktische oefening in democratie en participatie. De democratie moet van onder uit opgebouwd worden. Het wijkcomité is een goede politieke leerschool.
Gemeente
Het laagste verkozen niveau is de gemeente (gedefusioneerd, want zo dicht mogelijk bij de burger) waar alle lokale problemen worden aangepakt. De wijkcomité’s die niet verkozen zijn maar bestaan uit vrijwilligers, moeten het gemeentebestuur dichter bij de burger brengen en de beslissingen meer volgens de wensen van de bevolking maken. Op die manier worden lokale problemen door lokale overheden opgelost zonder bemoeienissen van hogere niveaus. Zoals reeds vroeger voorgesteld moet de gemeente geld ontvangen via het kadastraal inkomen om een echt beleid te kunnen voeren.
Alles wat niet in de gemeenteraad kan beslist worden omdat het gemeente-overschrijdend is of boven de technische of financiële mogelijkheden van een gemeente is, moet op het volgende niveau opgelost worden. Er moet een duidelijke richtlijn komen over wat op welk niveau beslist wordt.
Stadsgewest
Het stadsgewest beheert die zaken die boven de mogelijkheden van de gemeente gaan: alle taken met een centrumfunctie of een hoge techniciteit; zoals energie en water, openbaar vervoer, medische voorzieningen, informatica, patrimonium-beheer, onderwijs (behalve lagere school), cultuur, enzoverder.
Intercommunales moeten worden opgericht per stadsgewest. De basisbehoeften van mensen; water, elektriciteit, gas, internet en openbaar vervoer moeten ondergebracht worden in intercommunales per stadsgewest. Dus geen grote organisaties meer met veel bureaucratie, maar kleine flexibele entiteiten die dichter bij de behoeften van de burger staan.
In feite gaat het hier om ‘commons’ zoals; Gas, water, elektriciteit, internet / Sociale woningen / Hulpdiensten: brandweer, civiele bescherming en 100-centrale / Openbare ziekenhuizen / Openbaar vervoer / ICT voor gemeenten, provincie en intercommunales / Havens / Sportinfrastructuur / Bosbeheer.
Vlaams Parlement
De verkozen mandatarissen van de stadsgewesten zijn per definitie ook de leden van het Vlaams Parlement. Het Vlaams parlement wordt niet langer via een aparte verkiezing verkozen, maar bestaat uit de parlementsleden van de 17 Vlaamse Stadsgewesten. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe parlementsleden hun werk kunnen doen moet elk stadsgewest ervoor zorgen dat deze parlementsleden een kantoor hebben in het Stadsgewest-gebouw.
Parlementaire Commissies
Parlementaire commissies krijgen een heel belangrijke functie in de toekomstige werkwijze. Het is daar en niet in de regering dat het wetgevend werk gebeurt. Er moet een parlementaire commissie komen voor elk beleidsdomein en de ministeries worden ook georganiseerd volgens de indeling van de parlementaire commissies.
Plenaire vergaderingen in het parlement worden uitzonderingen (jammer voor Linda De Win en haar programma). Het stemmen van wetten gebeurt op stadsgewest niveau, dus niet in het parlement in Brussel en ook liefst electronisch en zeker geheim. De parlementsleden hebben een bureau in het stadsgewest-huis van hun stadsgewest en werken van daaruit behalve voor de Parlementaire Commissies die zeer belangrijk worden. Wetten moeten gemaakt worden door Parlementaire Commissies, goedgekeurd door het Parlement en niet door de Uitvoerende macht (regering).