1.5 Fiscaal Federalisme

Elk regeringsniveau in Zwitserland heeft verschillende inkomstenbronnen, ook al innen de kantons enkele belastingen voor het federale niveau. Op basis van de autonomie van de kantons hebben ze ook de mogelijkheid om hun belastingtarieven vrij te bepalen, wat leidt tot belastingconcurrentie. Mogelijke negatieve effecten van deze concurrentie worden echter meestal opgevangen door verschillende instrumenten van financiële compensatie. Al met al is het doel van het federale fiscale systeem niet om de gelijkheid van levensomstandigheden te bevorderen, maar het is nog steeds gebaseerd op regionale solidariteit.  

Elk niveau heeft zijn eigen financiële middelen

Alle drie de regeringsniveaus, de federatie, de kantons en de gemeenten, heffen directe belastingen op (zowel belastingen op inkomen als op winst van ondernemingen). Het inkomen wordt belast door alle drie niveaus, de federatie, de kantons en de gemeenten. Het recht van het federale niveau om directe belastingen te heffen, berust echter slechts op een tijdelijke regeling die periodiek moet worden vernieuwd door het federale parlement. Andere belastinggrondslagen worden uitsluitend toegerekend aan één staatsniveau. De belasting over de toegevoegde waarde, bepaalde verbruiksbelastingen en de zegel- en roerende voorheffing worden toegerekend aan het federale niveau. De kantons hebben het exclusieve recht om belastingen op het kapitaal van ondernemingen te heffen, evenals andere soorten belastingen binnen de grenzen van de Zwitserse grondwet, bv. successierechten. Op gemeentelijk niveau zijn, naast directe belastingen, gebruiksvergoedingen voor openbare diensten (bijvoorbeeld water-, riool- en zuiveringsinstallaties of afvalophaling) de belangrijkste inkomstenbronnen. 

Incasseren van inkomsten

Kantons innen kantonnale belastingen, en als dienst federale directe belastingen, evenals de federale roerende voorheffing en zegelbelasting. Alle andere – indirecte – federale belastingen worden door het federale niveau zelf geïnd. Gemeenten innen soms naast hun eigen belastingen ook nog belastingen voor de kantons; in de meeste kantons int het kanton echter de gemeentelijke belastingen voor de gemeente. In de regel ontvangt elk niveau van de staat de belastingen die het heeft geheven. Belasting is gebaseerd op zelfverklaring van de burgers en wordt niet rechtstreeks van het salaris afgetrokken zoals in andere Europese landen 

Fiscale concurrentie

De kantons kunnen hun belastingtarieven vrij bepalen. Dit leidt tot verschillende belastingdruk in de kantons voor dezelfde inkomsten, maar ook tot belastingconcurrentie tussen de kantons. Deze concurrentie zou kunnen leiden tot een zogenaamde “race to the bottom”, waarin alle kantons steeds moeilijker zullen krijgen om voldoende inkomsten te genereren. Verschillende mechanismen hebben echter een matigend effect op de belastingconcurrentie, met name het systeem van financiële compensatie.

Systeem van financiële compensatie.

De Zwitserse kantons variëren in grootte en topografie, maar ook in aantal inwoners en socio-demografische structuur. Om de daaruit voortvloeiende effecten van lagere capaciteiten en hogere servicekosten van bepaalde kantons te verzachten, heeft Zwitserland een systeem van fiscale egalisatie ingevoerd. Zowel het federale als het kantonnale niveau dragen bij tot deze egalisatie. Het doel is niet de gelijkheid van levensomstandigheden, maar het compenseren van verschillen in middelen tussen de “rijke” en de “arme” kantons. Naast deze egalisatie-maatregelen tussen alle kantons, moeten kantonnale taken die overloopeffecten hebben, worden uitgevoerd in contractuele samenwerking, zodat kantons die profiteren van diensten van een ander kanton een vergoeding moeten betalen aan de dienstverlener. Bovendien worden sommige kantons gecompenseerd voor het leveren van diensten in het nationaal belang.

Niet-bevordering van gelijke levensomstandigheden maar regionale solidariteit. 

Het Zwitserse federalisme bevordert de gelijkheid van levensomstandigheden tussen de kantons niet. De prijs van diversiteit en autonomie is een zekere sociaal-economische ongelijkheid tussen kantons en gemeenten die moet worden aanvaard. Gelijkheid van levensomstandigheden zou een gecentraliseerd beleid en gecentraliseerde regelgeving betekenen, die door de meerderheid van de Zwitsers niet zou worden geaccepteerd. Toch wordt het federale beleid gekenmerkt door de doelstelling van regionale solidariteit. Zo garandeert de federatie minimumnormen in openbare diensten, bijvoorbeeld in het basisonderwijs, of voorziet ze niet alleen in openbaar vervoer tussen grote steden, maar ook naar afgelegen berggebieden.

Verdeling van de winst van de Zwitserse Nationale Bank aan de kantons.

De Zwitserse Nationale Bank voert het monetaire beleid van het land als een onafhankelijke centrale bank. Het primaire doel is het waarborgen van prijsstabiliteit, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de economische ontwikkelingen. Bij de winstverdeling worden niet alleen het federale niveau maar ook de kantons meegenomen. Een derde van de nettowinst gaat naar de federale overheid, tweederde gaat naar de kantons. De kantons krijgen hun aandelen in functie van het aantal inwoners.