3.1 De Federale Raad

De Zwitserse uitvoerende macht is een orgaan van zeven leden gekozen door het parlement. Volgens de grondwet moet ervoor worden gezorgd dat de verschillende geografische en taalgebieden van het land op passende wijze worden vertegenwoordigd. Nog belangrijker zijn politieke criteria: de sterkste politieke partijen zijn in de Federale Raad vertegenwoordigd in verhouding tot hun electorale macht, en de laatste tijd is gender-vertegenwoordiging ook een probleem geworden. De uitvoerende macht is collegiaal georganiseerd: alle zeven ministers nemen gezamenlijk de belangrijke beslissingen. Er is geen premier met prerogatieven. De functie van de president, die elk jaar rouleert en tevens staatshoofd is, is puur formeel. Ten slotte staat elk federaal raadslid aan het hoofd van een van de zeven ministeries.  

Verkiezing van de Federale Raad

De leden van de Federale Raad worden gekozen door de Federale Vergadering voor een volledige termijn van vier jaar. Er is geen motie van wantrouwen; de Federale Raad hoeft dus niet af te treden wanneer hij wordt verslagen in het parlement of in een referendum. Dit betekent dat het beleid van de Federale Raad vrij onafhankelijk is van het parlement. Maar ook het parlement is onafhankelijk van de Federale Raad, het kan regeringsontwerpen zonder gevolgen weigeren. Tot voor kort werden de leden van de Federale Raad zonder uitzondering na vier jaar herkozen, zodat de gemiddelde ambtstermijn meer dan twee volledige ambtstermijnen bedraagt, ongeveer negen jaar. Desalniettemin begon de informele regel van herverkiezing van zittende leden van de Federale Raad de laatste jaren als routine te veranderen, wat zou kunnen leiden tot meer veranderingen in het lichaam van de Raad. 

Van een éénpartij-regering tot de grote coalitie 

Vandaag bestaat de Federale Raad uit een grote coalitie. Dit is niet wettelijk geregeld, maar het resultaat van een lang historisch proces van politieke integratie. De eerste vijftig jaar werd de Federale Raad gedomineerd door de radicalen. In 1891 trad het eerste lid van de Katholieke Conservatieve Partij (tegenwoordig Christen-Democratische Volkspartij) toe tot de regering en meer dan twintig jaar later kreeg het een tweede zetel. In 1929 werd het eerste lid van de Boerenpartij, tegenwoordig de Zwitserse Volkspartij, gekozen. De sociaal-democraten waren, ondanks dat ze in de jaren dertig de grootste politieke partij waren, tot 1943 uitgesloten van deelname aan de regering. In 1959 werd de volledige evenredige vertegenwoordiging, de “magische formule”, overeengekomen tussen de partijen. De vier regeringspartijen zijn vertegenwoordigd volgens hun electorale sterkte. De Bondsraad bestond meer dan 40 jaar uit twee radicalen, twee christen-democraten, twee sociaal-democraten en een vertegenwoordiger van de Zwitserse Volkspartij, die samen ongeveer driekwart van de kiezers vertegenwoordigen.

Redenen die hebben geleid tot een grote coalitie 

Drie factoren waren gunstig voor de transformatie van het meerderheidsregime in een systeem voor het delen van de macht.

° De eerste is het federalisme. De kleine, overwegend katholieke kantons hadden vanaf het begin een vetopositie in de federale besluitvorming. Dit dwong de heersende radicalen om politieke compromissen te sluiten.

° De tweede is de invoering van een proportioneel kiesstelsel in 1918, het succes van een coalitie van katholieke conservatieven en sociaaldemocraten die vochten tegen de radicale overheersing. Als gevolg hiervan verloren de radicalen hun meerderheid in het parlement en raakte het partijsysteem bij de volgende verkiezingen gefragmenteerd.

° De derde en belangrijkste factor is directe democratie. Het referendum, in de periode na de Tweede Wereldoorlog, is een sterke stimulans geworden voor de grote politieke partijen om samen te werken in een te grote coalitie omdat anders het risico op een nederlaag bij de volksstemming te groot is. 

Regionale, taalkundige en gendervertegenwoordiging

Naast de claim van evenredigheid van de partijen, zijn er andere formele en informele regels over de samenstelling van de Federale Raad. Artikel 175 van de grondwet stelt dat “bij de verkiezing van de Federale Raad ervoor moet worden gezorgd dat de verschillende geografische en taalgebieden van het land op passende wijze worden vertegenwoordigd”. Taalkundige en regionale vertegenwoordiging blijft dus een belangrijk element bij de regeringsverkiezingen. Sinds 1848 zijn de drie taalgebieden redelijk vertegenwoordigd volgens de bevolkingsomvang van Duits-, Frans- en Italiaans-taligen. De drie grootste kantons, Zürich, Bern en Vaud, hebben in het verleden een vrijwel permanente vertegenwoordiging gehad. Religie speelt geen rol meer bij de verkiezing van een federaal raadslid. Dertien jaar na de invoering van het vrouwenstemrecht werd in 1984 de eerste vrouw, Elisabeth Kopp, een radicale democraat, verkozen. In 2010 vonden we vier vrouwen in de Federale Raad. 

Werken volgens het principe van collegialiteit

Volgens de grondwet neemt de Federale Raad zijn beslissingen als een collegiaal orgaan. Het is dus collectief verantwoordelijk voor zijn activiteiten en beslissingen. Hoewel niet in alle gevallen unanimiteit kan worden bereikt, garanderen intensieve discussies en vooroverleg vaak consensus onder alle leden. Alle federale raadsleden hebben dezelfde wettelijke rechten. De voorzitter van de Confederatie rouleert elk jaar. Hij is voorzitter van de Raad, maar heeft geen bijzondere bevoegdheden en het ambt is beperkt tot representatieve functies. 

Organisatie met zeven ministeries 

De grondwet bepaalt dat “met het oog op de voorbereiding en uitvoering, de werkzaamheden van de Federale Raad worden toegewezen aan zijn individuele leden volgens departement”. Omdat de Federale Raad uit zeven leden bestaat, werden er zeven departementen opgericht. Omdat al het overheidsoptreden is georganiseerd in zeven ministeries, is een lid van de Zwitserse regering verantwoordelijk voor meer beleidsterreinen dan zijn collega’s in andere Europese landen. Zo is de ene minister verantwoordelijk voor energie, transport en milieubescherming, terwijl een andere minister verantwoordelijk is voor cultuur, onderwijs en onderzoek, maar ook voor zorg en sociale verzekeringen. Dit leidt tot een grote bekendheid van de leden van de regering, vooral bij internationale samenwerking. Hoewel er verschillende hervormingen voor dit probleem zijn voorgesteld, is geen ervan succesvol geweest.