Het nieuwe niveau van Bart Somers, maar anders

Referentieregio’s (vreselijke naam) zijn een goed idee op voorwaarde dat ze op een goede manier worden opgesteld (wetenschappelijk, dus niet politiek). Dus niet op de manier dat de Heer Somers ze heeft vastgelegd. Op deze foto schrikt hij zelf.

Vooreerst gaan we uit van de 13 centrumsteden (Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout). De basis voor de nieuwe stadsgewesten zijn de centrumsteden met hun stadskern, kernstad, agglomeratie, banlieue en forensen-woonzone als basis. De vraag die men stelt is; waar gaat de burger naartoe voor zijn aankopen, zijn ontspanning, zijn kliniek-bezoeken, enz. Ook moet men kijken naar economische samenwerkingen zoals het hele kustgebied. Om ze vast te stellen gaat men bv. uit van een wetenschappelijke studie zoals de studie van 2001 “De Belgische Stadsgewesten,  2001”, van Sarah Luyten, Etienne Van Hecke van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie, K.U.Leuven. Om goed te zijn zou die opnieuw moeten gebeuren want de verstedelijking neemt toe.

Het nieuwe niveau verdient beter

Het fusioneren van gemeenten is niet de juiste efficiëntie-oefening. Het enige voordeel aan de fusies is dat de burgemeester beter betaald wordt en dat de gemeenten schulden kunnen overdragen aan de Vlaamse regering. Fusies bevorderen niet de efficiëntie maar verhogen wel de bureaucratie, waardoor de efficiëntie verminderd wordt. Alle bestaande fusies moeten gedaan gemaakt worden, ja ook die van Antwerpen wat zeker tegen de grote fusiebaas zijn principes zal zijn. Vooral N-VA gelooft dat de inefficiëntie van staatsinstellingen opgelost wordt door te privatiseren of door te fusioneren. Terwijl het eigenlijk eenvoudigweg zou moeten gaan over het eengemaakte statuut. Het pamperen van ambtenaren moet stoppen. Alle statuten gelijk voor de wet, nu beginnen met de jeugd en de nieuwe aanwervingen.

Het nieuwe niveau vervangt het oude, de provincie en doet wat noodzakelijk is voor de efficiëntie van de gemeenten; het overbrengen van bepaalde bevoegdheden naar een hoger niveau dat door zijn schaalgrootte bepaalde projecten wel aankan. Alle verantwoordelijkheden moeten van de provincie naar referentieregio overgebracht worden. Dit nieuw niveau kan zelfs bepaalde verantwoordelijkheden overnemen van het niveau boven dit niveau: dus meer decentralisatie i.p.v. centralisatie. Dit is eigenlijk het verminderen van de bureaucratie, wat een kostenverlaging betekent. Het personeel van de provincies gaat naar de regio’s.

Het nieuwe niveau moet een verkozen gouverneur krijgen. De gouverneur en zijn kabinet zijn diegenen met het meeste voorkeurstemmen. Door dit systeem moeten er niet langer onderhandelingen gevoerd worden over wie deelneemt aan het bestuur. Ze worden indirect verkozen door de bevolking.

Het nieuwe niveau moet een nieuwe naam krijgen. Normaal gesproken zijn politici specialisten in het bedenken van nieuwe namen (vooral voor belastingen), maar dit is toch wel het absolute dieptepunt; Referentieregio. We zouden kunnen kiezen voor ‘kanton’ zoals in Zwitserland, maar dit voelt old fashioned. Of arrondissement, of stadsgewest of district. District heeft mijn voorkeur omdat het in het Nederlands, het Frans en het Engels hetzelfde woord is.

Pensioenkost van gemeenten is een belangrijk probleem; één van de belangrijkste financiële uitdagingen voor de lokale besturen zijn de almaar stijgende pensioenuitgaven. Neem nationaal de pensioenen van de gemeenten over en breng ze onder bij de pensioendienst (in de toekomst iedereen gelijk voor de wet).

Alle oude bestaande administratieve indelingen moeten afgeschaft worden en samengebracht in het nieuwe niveau: kantons, arrondissementen, politiezones, kiesdistricten, brandweer en civiele bescherming, enzoverder.

Een andere discussie die hoogdringend moet gevoerd worden is die van de basistaken van de politieke instellingen. Wat behoort tot de taken van de staat en wat niet?

Bevoegdheidsverdeling

Naar analogie met het Zwitserse systeem moeten we zoeken naar een strikte scheiding van de bevoegdheden tussen de verschillende niveau’s. Er mag geen overlapping van de bevoegdheden zijn om alles vlot te laten verlopen. Er komt zoveel mogelijk naar het nieuwe niveau.

Gemeente

  • Onderwijs, kleuter en basisscholen maar ook kunstonderwijs indien beschikbaar
  • Gemeentelijke straten
  • Lokale infrastructuur
  • Bestemmingsplannen
  • De eigen politiediensten
  • De gemeentelijke belastingen
  • Het afvalbeheer
  • Het groenbeheer

Referentieregio

  • Organisatie van de districtsoverheid
  • Grensoverschrijdende samenwerking van de gemeenten: dit omvat intercommunales maar ook politie, brandweer en civiele bescherming, …
  • Cultuur
  • Volksgezondheid
  • Arbeide & Sociaal overleg
  • Bossen, water en natuurlijke hulpbronnen
  • Wegen die de gemeenten verbinden
  • Onderwijs: middelbaar en bachelors
  • Bescherming van de natuur en het erfgoed
  • Belastingen (directe)

Intercommunales

Het LVV schrijft hierover:
“De organisatie en kostenefficiëntie van intercommunales zijn echter wel beheersbaar door politici. Net daar komt de kat op de koord: deze organisaties blinken niet uit in (kosten)efficiëntie. De gemiddelde loonkost per werknemer bij Fluvius bedraagt 96.000 Euro. Dit is significant hoger dan voor andere industriële bedrijven. De raden van bestuur van Fluvius en dochtermaatschappijen zijn bevolkt door politici van diverse pluimage én dossierkennis (in totaal 380 mandaten!) die hiervoor zitpenningen ontvangen.”

De intercommunales en aanverwante structuren zijn door politici “gewild” ontaardt in een ondoorzichtig kluwen en vooral bewust onttrokken aan democratische controle. Het is een soort speeltuin voor politici van alle partijen. Intercommunales zijn ontstaan omdat bepaalde problemen niet op gemeentelijk vlak gerealiseerd kunnen worden.

Samenwerking geeft soms een schaalvoordeel, vooral bij samenaankoop. Samenwerking in intercommunales geeft de mogelijkheid om meer gespecialiseerde taken, die onmogelijk door de gemeente kunnen gedaan worden, uit te besteden aan een samenwerkingsverband van meerdere gemeenten.

  • Intercommunales worden georganiseerd op Referentieregio niveau en mogen dus ook niet daarbuiten functioneren
  • Intercommunales mogen geen dochters oprichten
  • Intercommunales vallen onder de bevoegdheid van de districtsraad.
  • Intercommunales zijn er voor de burger, winsten worden dus uitgekeerd aan de burger

Het nieuwe bestuursniveau moet komaf maken met de huidige wildgroei aan regionale samenwerkingsverbanden zoals intercommunales, huisvestingsmaatschappijen, vzw’s voor cultuurprojecten, sociale verhuurkantoren en zo verder. Intercommunales moeten binnen de Referentieregio’s blijven, dus ook De Lijn of Fluvius. Omdat groter worden meer bureaucratie veroorzaakt en minder efficiëntie, is het nodig om intercommunales te beperken tot de referentieregio.

Schaf de bestaande bestuursmandaten in intercommunales af. De raad van bestuur van een intercommunale bestaat uit de vakschepenen van de relevante gemeenten, eventueel aangevuld met onafhankelijke experten.

Samengevat

  • Referentieregio’s staan dichter bij de burger
  • Referentieregio’s vervangen de provincies
  • Het nieuwe niveau moet de werkingsgebieden van de samenwerkingsverbanden laten samenvallen, alsook de politiezones, brandweer en civiele bescherming, de gerechtelijke en bestuurlijke arrondissementen, het kiesarrondissement, het werkingsgebied van bv. De Lijn, en zo verder.
  • Intercommunales moeten binnen de Referentieregio’s blijven, dus kleiner en efficiënter.
  • Burgemeester en Gouverneur worden rechtstreeks verkozen