Waarom gebruik ik quid pro quo en rechtvaardigheid in één titel? Omdat het ene de oplossing is voor het andere. Quid pro quo is een Latijnse uitdrukking en betekent letterlijk “het ene voor het andere”.
Het kan vertaald worden als een tegenprestatie: “voor wat, hoort wat”. De gedachte is dat partijen die een overeenkomst sluiten, daarbij een bepaalde tegenprestatie (quid pro quo) tot doel (causa finalis) hebben. Het beginsel kan gebruikt worden om te motiveren dat men de eigen prestatie niet nakomt, wanneer de andere partij haar verplichtingen ook niet is nagekomen.
“Ik werk hard, anderen krijgen het gratis?”
Veel mensen hebben het idee “Ik werk hard, anderen krijgen het gratis?” en het voelt niet goed. Academici noemen dit het Malibu surfer probleem. Oftewel: wat als iemand met zijn uitkering naar een leuke plek verhuist en daar op kosten van de samenleving alleen maar eindeloos gaat chillen?
Van jongs af aan hebben wij een ‘rechtvaardigheidsgevoel. Vaak zal niet het woord ‘rechtvaardig’ vallen, maar het woord ‘eerlijk’. Als iemand iets niet rechtvaardig vindt zal hij tot verzet komen. Rechtvaardigheid is een strijd waard. In ons sociale zekerheidssysteem is er geen garantie dat mensen ook een bijdrage leveren aan de samenleving. Het systeem is onvoorwaardelijk en niet altijd eerlijk.
Enkele voorbeelden om de onrechtvaardigheid van ons systeem te illustreren;
er zijn mensen die 45 jaar gewerkt hebben en een pensioen hebben rond de 1300 euro per maand, hoe eerlijk is dat?
er zijn er ook die van 45 jaar er 20 werkloos waren en die krijgen ongeveer hetzelfde; hoe eerlijk is dat?
ambtenaren krijgen een hoger pensioen omdat ze ambtenaar zijn; hoe eerlijk is dat?
migranten van binnen en buiten de Europese Unie kunnen op een eenvoudige manier en onvoorwaardelijk genieten van ons sociale zekerheidssysteem: hoe eerlijk is dat?
en nog veel andere voorbeelden …
We zijn toe aan een grote transitie
Deze en andere oneerlijkheden zijn moeilijk op te lossen in het huidig systeem. Daarom kiezen we ervoor om te werken aan een nieuw systeem voor de nieuwe generatie, bv. de jongeren geboren na 1990. We willen daarbij vertrekken van een wit blad. We bestuderen het oude systeem om systeemfouten uit het verleden te vermijden.
We horen al decennia dat overheden permanent blut zijn, waarom zou je dan eigenlijk nog dromen over een samenleving waarin alles er eerlijker en rechtvaardiger aan toe gaat? Omdat we onze kinderen en kleinkinderen een mooie toekomst willen bezorgen. We moeten een manier vinden om ons teweer te stellen tegen het gevoel van één alles overweldigende angst en chaos, en op zoek gaan naar vormen van solidariteit waarmee je dit gevoel kunt tegengaan of opnieuw hoop geven aan de jeugd.
Quid pro quo
Rebecca Belochi, onderzoekster uit Parijs doet onderzoek doet naar een veelbelovend alternatief voor het basisinkomen: het participatieloon. Wat is het participatieloon? Is dat net zoiets als het basisinkomen? De basis is hetzelfde, namelijk dat mensen een basaal inkomen van de staat krijgen waar ze van kunnen leven (leefloon).
Bij het basisinkomen gaat het primair om persoonlijke vrijheid zonder bijdrage te leveren aan de maatschappij. Bij het participatieloon gaat het om een bijdrage aan de samenleving, die niet per se de vorm van een betaalde baan krijgt. Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld zorgen voor ouderen in de buurt, allerlei andere soorten vrijwilligerswerk, één of andere wijze van voorbereiding waardoor je later een bijdrage kunt gaan leveren.
Het idee van het participatieloon komt van de Britse econoom Sir Anthony Barnes Atkinson, die het uitwerkte in een paper uit 1995. In tegenstelling tot het basisinkomen vraagt het participatieloon wel dat mensen een bijdrage leveren aan de samenleving wat vooral veel eerlijker is tegenover mensen die wel bijdragen aan het systeem. Veel mensen doen aan vrijwilligerswerk meestal zonder vergoeding. Dit wordt dus een manier om mensen een bijdrage aan de samenleving te laten leveren en hiervoor een vergoeding te krijgen. Dit valt buiten het sociale zekerheidssysteem dat gebouwd is rond betaalde arbeid en de solidariteit tussen werkenden.
Het participatieloon kan een aantal actuele problemen oplossen;
- Mensen die werkloos worden onmiddellijk de mogelijkheid geven om zinvol bij te dragen aan de samenleving.
- De stijgende vraag naar zorg makkelijker invullen. Vooral omdat de zorg arbeidsintensief is en de productiviteit ervan moeilijk te verhogen valt.
- Het makkelijker maken om zich om te scholen. Weinig mensen oefenen nog hun hele carrière dezelfde job uit. De samenleving verandert snel.
- Gepensioneerden de mogelijkheid geven bij te klussen.
- Zelfstandigen een veiligere basis geven.
Hoe gaat het werken?
Om te ontdekken hoe het werkt gaan we het lanceren voor een beperkte groep. Voorlopig doet men mee op vrijwillige basis, dit wil zeggen dat men een aanvraag doet bij de sociale dienst van de gemeente waar men woont. Deze sociale dienst (van de woonplaats van de aanvrager) zal functioneren als werkgever, wat wil zeggen dat de opdrachten tot vrijwilligerswerk door deze dienst worden gedaan in samenspraak met de gemeente.
Controle gebeurt door de sociale dienst van de gemeente, die functioneert als werkgever.
Wie zijn vrijwilligerswerk niet doet, verliest zijn recht op het participatieloon. Wie een voltijdse baan heeft kan dus niet langer beroep doen op het participatieloon, wie deeltijds werkt combineert met vrijwilligerswerk kan het participatieloon behouden. Vrijwilligerswerk kan een aanzet zijn tot meer solidariteit en deelname aan de maatschappij waarvoor we gekozen hebben.
Vrijwilligerswerk is 16 uur gemiddeld per week helpen bij:
- woonzorgcentra of hospitaal
- crèches in de gemeente
- gemeenteschool (voor- of nabewaking, helpen bij studie, enz.)
- groendienst en andere diensten van de gemeente
- organisatie van evenementen van de gemeente
Deze lijst is niet beperkend en moet verder uitgewerkt worden. Het moeten taken zijn die nuttig zijn voor de samenleving in de gemeente. Dus zeker niet werken voor organisaties die winst uitkeren.
Wie kan deelnemen?
Aangezien we willen evolueren naar een nieuw systeem is het goed om hiermee te beginnen bij een kleine groep, waardoor we kunnen nagaan of dit inderdaad werkt. Als het werkt voor de eerste groep, dan kan dit uitgebreid worden naar andere groepen.
Studenten; kunnen op hun18de verjaardag aanvragen om deel te nemen aan het participatieloon en het vrijwilligerswerk dat daaraan gekoppeld is. Uiteraard valt het kindergeld weg en is wie deelneemt niet langer ten laste van zijn ouders. Wanneer deze student niet langer thuis woont ontvangt hij ook een woonbudget.Erkende migranten; Dit statuut is eigenlijk ideaal voor erkende Migranten; het is een eerste stap naar integratie in onze samenleving. Zij ontvangen een loon in ruil voor parttime werk. Daarnaast moeten zij, indien nodig nog halftijds onze taal leren gebruiken.
Na 2 jaar moeten zij dan in staat zijn om een voltijdse baan te zoeken.
Leefloon; alle mensen met een leefloon kunnen beroep doen op het participatieloon, mits ook zij vrijwilligerswerk doen. Geleidelijk aan moeten alle leefloners in dit systeem terecht komen.
Werklozen: wie gecumuleerd 1000 werkdagen (tijdelijke werkloosheid niet meegerekend) werkloosheidsvergoeding heeft ontvangen valt automatisch in het systeem van participatieloon. Hij zal dus ook 16 uren vrijwilligerswerk moeten doen.
Langdurig zieken; kunnen een aanvraag doen om deel te nemen aan de maatschappij door vrijwilligerswerk te doen en daarvoor het participatieloon ontvangen.
Gepensioneerden; kunnen bijverdienen door vrijwilligers werk voor de gemeente te doen. Zij ontvangen dan naast hun pensioen ook het participatieloon.
Uiteraard moet dit allemaal geleidelijk aan worden ingevoerd om te monitoren of dit werkelijk een goed systeem is om onvoorwaardelijke steun te vervangen door een voorwaardelijk systeem van hulp (voor wat hoort wat).
Hoeveel en hoe wordt er dan betaald
Het participatieloon is een bedrag van 792 € dat maandelijks wordt uitgekeerd en dat functioneert als een inkomen dat een bestaansminimum garandeert waarmee leven mogelijk is, maar met verplichte tegenprestatie. Het wordt niet in geld uitgekeerd maar via een debetkaart (zoals maaltijdcheques). Dit geld dat uitgedrukt is in Belga (digitale munt gelijk aan de Euro) is enkel te besteden bij Belgische winkels.
Waar halen we het geld daarvoor?
Het huidig systeem van de sociale zekerheid is gebaseerd op solidariteit tussen werkenden. Maar hoe langer hoe meer wordt er voor veel meer ook beroep gedaan op diezelfde sociale zekerheid. Omdat we willen werken aan een systeem voor de toekomst, moet er ook gezocht worden naar een andere manier van bijdragen dan door sociale bijdrage van de werkenden. Iedereen moet mee betalen voor een sociale zekerheid van de toekomst.
In onze zoektocht naar geld zijn we uitgekomen bij de Digitale Betaaltaks. Dat is gewoon een belasting op alle digitale transacties; een heel klein bedrag aan belasting voor elke digitale overschrijving. Op deze manier betaalt iedereen (ook bedrijven of rijke mensen) mee voor de collectieve kosten van de samenleving. We stellen voor om te starten met een klein percentage, nl. 0,2 %. Dit kan naar behoefte uitgroeien tot maximum 1 %.
De banken en kredietmaatschappijen spelen hierbij een belangrijke rol, aangezien alle digitale transacties via hun gaan.
Woonbudget
Omdat wonen voor veel mensen in onze samenleving een probleem is voeren we het woonbudget in. Per wooneenheid komt er een woonbudget bij (per gezin of alleenstaande of samenwonenden); dit bedraagt 494 € per wooneenheid. Dit bedrag wordt uitbetaald aan iedereen die huurt of die een lening heeft op de woning waarin hij woont (en die geen ander onroerend goed in eigendom heeft).