Nieuwe oplossingen voor het onderwijs

Yasmine wil nieuwe oplossingen voor onderwijs!

#Goed Bestuur vraagt om een opleiding die leidt tot meer mens zijn en niet tot een productiefactor. De talenten van alle kinderen moet ontwikkeld worden ongeacht hun thuis situatie.

“Het doel van onderwijs is om in een persoon het vermogen te creëren om voor zichzelf naar de wereld te kijken, om zijn eigen beslissingen te nemen.”
James Baldwin, Amerikaans schrijver 1924-1987

Hoe is het nu?

Zoals te verwachten was, waren de recente resultaten van PISA project zeer bedenkelijk. De Vlaamse Regering heeft geen verbeteringen gecreëerd maar achteruitgang. Misschien is het tijd om eens anders naar het onderwijs te kijken.

“Het grootste falen van de Vlaamse regering was het onderwijs, en dat voor een kennisregio waarvan de hersenen haar belangrijkste grondstof zijn. Dat is haast schuldig verzuim. Wat baten dromen over excellentie als er geen leerkracht voor de klas staat? Ondanks enkele verdienstelijke lapmiddelen, zoals het belonen van zijinstromers, creëerde Ben Weyts of de rest van de regering nooit dezelfde sense of urgency die er wel kwam rond stikstof of de kinderopvang.” De Standaard – 6/4/2024

Een groeiende kloof tussen jonge mannen en vrouwen
Terwijl er 20 jaar geleden nauwelijks een verschil was tussen jonge mannen en vrouwen, is er vandaag in alle westerse landen een omvangrijke kloof ontstaan. Een deel van de verklaring voor deze groeiende kloof is het gegeven dat jongens vandaag slechter presteren op school dan meisjes.

Volgens de PISA-cijfers haalt vandaag 28% van de jongens de minimumdoelen wat betreft lezen niet, voor meisjes is dat slechts 18%. In de leeftijdscategorie van 25 tot 35 jaar steeg het aandeel van de mannen met een diploma hoger onderwijs in de EU van 25% naar 35%. Bij vrouwen ging dat van 25% naar 46%.

Niet alleen op school doen jongens het namelijk slechter. Ze hebben vaker ook te maken met verslaving, plegen niet alleen vaker geweld, maar zijn ook vaker slachtoffer van geweld – door andere mannen dan wel. En: ze hebben minder vrienden.

#Goed Bestuur vraagt de volgende verandering

Pleiten voor een andere opleiding

Een opleiding die leidt tot meer mens zijn en niet tot productiefactor: Wat is het doel van onderwijs? Het leren je verbeeldingskracht te gebruiken, je eigen cultuur kritisch te bevragen, een betrokken burger te worden in diezelfde maatschappij en niet het aanleren van vaardigheden voor een baan en zo winstgevend te zijn voor de maatschappij.

Nieuwe tijden vereisen nieuwe oplossingen. Om de mensen van het onderwijs te belonen voor hun inspanningen en vooral om nieuwe leerkrachten aan te trekken is vernieuwing nodig. Of deze voorstellen voor de vakbond aanvaardbaar zijn weet ik, maar ik hoop wel dat ook zij zullen begrijpen dat vernieuwing noodzakelijk is.

We hebben universiteiten met wereldfaam, laagdrempelig onderwijs en een hele sterke traditie in opleiding, kennis, onderzoek en ontwikkeling. Dat moet een speerpunt zijn en blijven in elk beleid.

  • We moeten ons afvragen wat we willen bereiken met het onderwijs.
  • We moeten ons afvragen of de onderwijsnetten en -koepels nog een bijdrage leveren aan de kwaliteit van ons onderwijs.
  • We moeten ons afvragen of heel grote scholen zoals we ze nu kennen de kwaliteit van het onderwijs wel verbeteren of moeten we terug naar kleinere eenheden.

Andere aanpak in onderwijs
Een nieuwe maatschappij bouw je op van onder naar boven. Het is waarschijnlijk een goed idee om ook voor het onderwijs te starten bij het kleuter- en lager onderwijs. Als we daar beginnen hebben we nog tijd, tot die kinderen naar het middelbaar gaan, om nieuwe ideeën rond het verderzetten van de vernieuwing in het onderwijs.

Om een samenleving met verschillende culturen te laten slagen is het noodzakelijk om minstens een gemeenschappelijke taal te hebben. We moeten dan ook al vroeg inzetten op het verwerven van die taal.

Daarom zou het goed zijn om de schoolplicht van 3 tot 12 jaar in te voeren. Het zou ideaal zijn mocht dit gebeuren in een Gemeentelijke school in de wijk waar de kinderen wonen, zodat ze contact houden met hun buurt en op korte afstand van de school wonen. Voor he lager onderwijs pleit ik dus voor het afschaffen van de onderwijsnetten voor het lager onderwijs. Hier zou men ook nog een kinderopvang kunnen toevoegen zodat kinderen voor een lange tijd een stabiele omgeving hebben dicht bij huis.

Voor kinderen van 13 tot 18 jaar zou de leerplicht behouden blijven zoals ze ook nu bestaat. Over hoe dit moet gebeuren moeten we eens heel goed nadenken over oplossingen voor een aantal bestaande problemen:

  • de verzuiling veroorzaakt extra kosten: daarom zal het zinvol zijn het bestaande systeem af te schaffen. De kwaliteit moet overal verzekerd worden en dit moet gebeuren door een andere aanpak.
  • levenbeschouwelijke vakken horen niet thuis in de grondwet (artikel 24) maar ook niet in het onderwijs. Godsdienst wordt niet langer op school gegeven maar vervangen door maatschappijleer. Leerkrachten godsdienst kunnen omgeschoold worden om een ander vak te geven (het tekort aan leerkrachten verminderen).
  • door het creëren van grote scholen verminderd de directie en leerkrachten, neemt de bureaucratie toe want de directie moet op de hoogte blijven. Kleinere scholen, zeker op gemeentelijk vlak zijn beter voor de opleiding van de kinderen.
  • Klassen met 20 en meer kinderen zorgen voor minder aandacht voor elk kind. Daardoor gaan minder goede scholieren sneller schoolmoe worden, omdat ze niet meer begrijpen waar ze mee bezig zijn.
  • Meer praktijk in studie jaren kan helpen om jongeren die schoolmoe zijn toch bij de les te houden en een diploma te bezorgen.
  • Het aantal richtingen moet beperkt worden om de keuze gemakkelijker te maken en vooral om de kosten te laten dalen.
  • Het belang van goed taalonderwijs: Wie goed kan lezen en schrijven, kan gevoelens en probleemsituaties beter onder woorden brengen en dus ook op een creatievere manier naar oplossingen zoeken. Ideeën op papier zetten ordent je gedachten. Wie goed leert lezen en schrijven, zal het makkelijker hebben in de rest van zijn schoolcarrière. Taalonderwijs is wat klimuitrusting is voor een bergbeklimmer: onontbeerlijk. Elke leerling moet een opnieuw een taalbad krijgen, niet enkel bij wijze van sociale en intellectuele ontwikkeling, maar ook bij wijze van armoedebeleid. Wie zinnen aan elkaar kan rijgen, rijgt straks successen aan elkaar. Onderwijs als sociale zekerheid.

De andere aanpak, de inclusieve

Ons onderwijs is gebaseerd op de gemiddelde leerling waardoor voor een grote groep te snel gaat en voor een grote groep te traag. Alleen voor de echt gemiddelde leerling is dit een goed systeem, voor de andere is het vragen om problemen.

Het Matadi-systeem als oplossing voor het basisonderwijs
Matadi staat voor MAatwerk, TAlent en DIversiteit.
De Matadi basisschool in Leuven toont dat inclusie kan en dat ieder kind daar baat bij heeft. Basisschool Matadi in Leuven brengt gewoon en buitengewoon onderwijs samen. Kinderen met een beperking delen speelplaats en klas met kinderen zonder beperking. En inclusie betekent ook niet “zorg naar beneden”.

“Zolang ons onderwijs focust op het gemiddelde kind, dreigen leerlingen die daarvan afwijken uit de boot te vallen. Jammer, want zo gaat veel talent verloren. Matadi zou de regel moeten zijn, geen uitzondering.”
Griet Tweepenninckx, mama van Leon die aan een zeldzame erfelijke aandoening lijdt, waardoor zijn taal en spraak moeizaam ontwikkelen.

Door te focussen op het gemiddelde kind zijn er heel kinderen die uit de boot vallen. Zij die minder snel leren zijn de eerste slachtoffers, maar ook de snellere kinderen kunnen hun mogelijkheden niet gebruiken en worden daardoor ongemotiveerd.

Door twaalf leerniveaus zoals de Matadi school in Leuven aan te bieden, kunnen ze het beste uit iedereen halen.
Matadi richtte per graad een leertuin op. Daarin zitten jongeren uit het reguliere onderwijs, samen met een klas type 9 en een klas type basisaanbod. De leerlingen zijn verdeeld in vier nestklassen. Zo hebben kinderen twee jaar dezelfde klasjuf – om een sterkere band en meer structuur te krijgen.

Vanuit de nestklassen vliegen de leerlingen uit naar niveaugroepen voor wiskunde en Nederlands. Door met vier leerkrachten in een leertuin te werken, creëren ze tot wel twaalf leerniveaus. Op die manier bieden ze maatwerk en kunnen ze het beste uit elke leerling halen.

De grote troef van de school is dat het de sterktes van het gewoon en buitengewoon onderwijs weet samen te brengen. ‘In gewone scholen zijn er bijna uitsluitend leerkrachten. Wij brengen daar de expertise van het buitengewoon bij. Zo brengen we specialisten in de klas zonder dat er ­dure nascholing gevolgd moet worden.’

Een uitgebreid verhaal over Matadi kan u lezen op de website;
https://sociaal.net/verhaal/basisschool-matadi-toont-dat-inclusie-werkt/

Twee voorstellen om het beroep aantrekkelijker te maken:

Het 10+1 contract:
Het betreft een contract van 10 jaar, dat enkel opzegbaar is in het eerste jaar. Na tien jaar eindigt het contract met dien verstande dat de werkzaamheden van de werknemer eindigen. De werknemer wordt nog een jaar doorbetaald, een sabbatjaar voor iedereen die 10 jaar gewerkt heeft. Een jaar tijd om te herbronnen (goed voor de gezondheid) of om te herscholen (goed voor de toekomst). Ook is er geen verplichting tot het opnieuw aanwerven van deze medewerker. Uiteraard zou dit soort enkel van toepassing zijn op nieuwe contracten of op verzoek van de medewerker kan zijn contract worden omgezet naar het 10 + 1 contract. Vanaf het begin van het twaalfde jaar kan de persoon naar werkloosheid indien hij geen nieuwe baan kan vinden.

In de praktijk wil dit zeggen dat in de toekomst mensen 40 jaar werken en 4 sabbatjaren hebben. Dit wil dus zeggen een loopbaan van 44 jaar, die allemaal bijdrage aan de sociale zekerheid leveren aangezien het personeelslid in het 11de jaar ook gewoon doorbetaald wordt.

De 4-dagen week:
Kan een kortere werkweek helpen om arbeid en privé meer in evenwicht te brengen? Uit experimenten in verschillende landen blijkt dat mensen die minder werken beter presteren, dat er een hogere tevredenheid is en minder problemen,  minder ziektes voor medewerkers, minder burn-outs hebben. Hieruit volgt een hoger rendement maar vooral gelukkiger mensen.

De 4-dagen week zou zeker in het onderwijs moeten toegepast worden. Ook voor de kinderen kan een kortere week meer rust geven en de mogelijkheid geven om voor hobby’s zoals tekenen, schilderen of  muziek tijd te maken, maar ook voor sport en jeugdbeweging. Om het verlies van één werkdag te compenseren, moet er gezocht worden naar een andere werkindeling en verlofdagen.

Volgende venster op de politiek;