Eerst een eenvoudige structuur creëren, dan pas praten over bevoegdheden

Een grondige hervorming is noodzakelijk want 6 staatshervormingen hebben ons gebracht waar we nu staan. Kafka heeft toegeslagen. De manier waarop beslissingen worden genomen moet anders. De structuur moet eenvoudiger en duidelijker. Pas daarna kan er gesproken worden over de inhoudelijke invulling (bevoegdheden). Wij moeten naar een eenvoudige staatsstructuur, waarin duidelijk is wie welke verantwoordelijkheid heeft en waarvoor minder fulltime parlementsleden nodig zijn.

Tijd voor aandacht aan de democratie

Het is de hoogste tijd om de democratie terug te geven aan de burgers. Moeten we niet op een andere manier beginnen nadenken over wat we gemeen hebben? Moeten we geen andere visie ontwikkelen op wat we – over alle verschillen heen – met elkaar kunnen delen?

Maak een nieuwe federale structuur, maar met aandacht voor de wensen van de burgers, een structuur die de democratie bevordert. De particratie die we nu hebben is de oorzaak van de verwijdering, de afschuw van de bevolking voor de politiek.

Met het confederalisme zullen de problemen niet opgelost geraken, integendeel. Dan gaan nog meer bevoegdheden gesplitst worden en vermenigvuldigt het aantal ministers, kabinetsleden en bureaucraten automatisch. Moeten we niet eerder denken aan andere manieren van beslissen? Het gebrek aan beleid is eerder te danken aan de behoefte van de partijen tot het vormen van coalities dan aan de verschillen tussen de Gewesten.

Minder parlementen
Om minder parlementen en dus minder kosten te hebben moeten we gewoon de Gemeenschappen afschaffen en enkel drie Gewesten behouden. Voor wat de Duitstalige Gemeenschap betreft moeten we zoeken naar een andere oplossing.

We moeten de parlementsverkiezingen vereenvoudigen en de parlementen afslanken door de directe verkiezing van de Gewestelijke Parlementen af te schaffen en te veranderen in verkiezingen voor een Federaal parlement met 3 deelparlementen, één voor elk Gewest (Brussel, Vlaanderen, Wallonië) met kieskringen per deelparlement.

Minder parlementsleden
Door de structuur te veranderen kunnen we het aantal fulltime parlementsleden verminderen van 472 naar 334 fulltime beroepspolitici. We bereiken dit door de verkiezing van regionale parlementen af te schaffen en te veranderen in een Federaal parlement met daarin geïntegreerd 3 gewest-parlementen met gewestelijke kieskring.

Federale kieskring
Van de 334 worden er 100 gekozen in een federale kieskring. Dit wordt de slag der titanen, het gevecht voor de gunst van de kiezer. Uit deze verkozen parlementsleden worden de ministers verplicht gekozen (geen witte konijnen meer, maar verkozen mensen). Waarvoor gaan we anders kiezen?

Gewesten
De 234 worden verkozen per gewest: 42 voor Brussel, 117 voor Vlaanderen en 75 voor Wallonië. Deze verkozenen zijn dus verkozen voor het federaal parlement, maar beslissen dus ook mee over hun gewest. Hierdoor is het kiesdistrict het gewest en niet langer de provincie die moet afgeschaft worden.

Minder ministers
Ministers moeten verkozen parlementsleden zijn uit de 100 federaal verkozen parlementsleden. De ministers worden indirect verkozen, want diegene met het meeste voorkeurstemmen wordt Eerste Minister.

De volgenden met de meeste voorkeurstemmen worden minister voor één van de 11 FOD’S. Hierbij wordt wel rekening gehouden met het Gewest: 5 ministers uit de 2 grote gewesten en 1 uit Brussel. We krijgen dus een regering met 5 Vlaamse ministers, 5 Franstalige ministers en een Brusselaar.

De 3 Minister-Presidenten van de 3 Gewesten (telkens diegene met het meeste voorkeurstemmen) worden automatisch vicepremier in de Federale regering met beperkt vetorecht (Gewest-gebonden materies).

Kabinetten kleiner maken
Er zijn momenteel 838 kabinetsmedewerkers (een partij zorgt voor zijn kinderen?). Dit moet verminderd worden tot 7 kabinetsmedewerkers per minister.

Senaat weer waarde geven

De Senaat moet terug de taak krijgen waarvoor ze bedoeld was, nl. controle op het werk van het parlement.

Waarom de senaat een zege kan zijn voor de democratie.
Door de senaat anders te organiseren kan er een lichte en democratische controle komen op het werk van de partijen en hun verkozenen in het parlement. Het moet in ieder geval een verbetering van de democratie worden.

Samenstelling herzien
Belangrijk bij het behoud van de senaat is dat ze de mogelijkheid biedt om in de beide kamers met verschillende vormen van representatie te werken. Dus geen rechtstreekse verkiezing maar ook geen aanduiding door de partijen. De senaat moet onafhankelijk zijn van het parlement en de regering.

De leden van de senaat worden geloot uit alle verkozen mandatarissen van het laagste niveau (gemeente). Door te kiezen voor loting krijgen we een meer representatieve afspiegeling van de maatschappij en vooral van politici die dichter bij de bevolking staan. Deze loting zal jaarlijks plaatsvinden: het eerste jaar worden alle 185 senatoren geloot, daarna wordt elk jaar 20 % van de leden vervangen. Op deze manier is er een continue vernieuwing van de leden, maar met behoud van continuïteit.

Om maximale democratie te bereiken wordt het aantal leden terug verhoogd tot 185 senatoren. Het aantal verminderen is in het voordeel van de partijvoorzitters die daardoor minder senatoren moeten overtuigen, wat niet de bedoeling is.
Om maximale onafhankelijkheid te bereiken zijn de stemmingen in de senaat geheim. Wie niet akkoord is met zijn partijvoorzitter kan dan toch zijn stem laten gelden.

Minder niveaus

Er zijn 2 niveaus die ver van de burger staan, het Europese en het Federale. Er komen 2 niveaus die dicht bij de burger staan: de Gemeente en het Kanton. Buiten het Europese niveau behouden we slechts 3 niveaus.

Gemeente
Geen enkel bestuursniveau (behalve wijkcomité’s) staat dichter bij de burger als de gemeente. Het risico om weggestemd te worden is groot omdat het contact zo nauw is. Zij komen hun kiezers tegen bij de bakker of de beenhouwer, in de kroeg of bij het voetbal. Hoog tijd om hen de aandacht en het respect te geven dat ze verdienen.

Alles wat niet in de gemeenteraad kan beslist worden omdat het gemeente-overschrijdend is of boven de technische of financiële mogelijkheden van een gemeente is, moet op het volgende niveau opgelost worden. Er moet een duidelijke richtlijn komen over wat op welk niveau beslist wordt. Maar wat op lokaal niveau beslist is, kan niet ’overruled’ worden door het hogere niveau.

Kanton
België kan onverdeeld worden in 30 kantons (ik verkies de term district) opgebouwd rond de centrumsteden. Dat zijn de volgende;

  • 17 in Vlaanderen; Dender-regio, Halle-Vilvoorde, Kempen, Zuid-West Limburg, Oost-Limburg, Noord-Limburg, Mid-West, Oost-Brabant, Antwerpen, Brugge, Gent, Middenkust, Rivierenland, Vlaamse Ardennen, Waasland, Westhoek, Zuid-West Vlaanderen
  • 11 in Wallonië; Arlon, Mons, Charleroi, Dinant, Tournai, Huy, Liège, Marche-en-Famenne, Namur, Neufchâteau, Nivelles, Verviers
  • Brussels
  • Duitstalig kanton.

Het nieuwe niveau vervangt het oude, de provincie en doet wat noodzakelijk is voor de efficiëntie van de gemeenten; het overbrengen van bepaalde bevoegdheden naar een hoger niveau dat door zijn schaalgrootte bepaalde projecten wel aankan.

Alle verantwoordelijkheden en het personeel moeten van de provincie naar de districten overgebracht worden. Dit nieuw niveau kan zelfs bepaalde verantwoordelijkheden overnemen van het niveau boven dit niveau: dus meer decentralisatie i.p.v. centralisatie. Dit is eigenlijk het verminderen van de bureaucratie, wat een kostenverlaging betekent en het verbeteren van de democratie.

Alle oude bestaande administratieve indelingen moeten afgeschaft worden en samengebracht in het nieuwe niveau: kantons, arrondissementen, politiezones, kiesdistricten, brandweer en civiele bescherming, enzoverder.