In een representatieve democratie geven burgers een mandaat aan één persoon, waarvan ze vinden dat die hen mag vertegenwoordigen. De persoon is belangrijk, niet de partij. Natuurlijk staat die persoon op de lijst van een partij, omdat hij vind dat de gedachten van die partij het dichts aanleunen bij zijn ideeën. Daarom moet de kopstem afgeschaft worden, want we kiezen voor personen die ons vertegenwoordigen. De persoon is verkozen, niet de partij. Elke verkiezing weer ontstaat er bij de partijen een gevecht voor een goede plek (verkiesbare plek) op de verkiezingslijsten. Daarom moeten de kieslijsten alfabetisch opgemaakt worden met evenveel vrouwen als mannen op de lijst.