Sociale Zekerheid
De sociale zekerheid is een erfenis van de klassenstrijd: een strijd voor sociale bescherming en tegen de gevaren van het kapitalisme. Ze is de vrucht van de strijd tegen uitbuiting door de arbeidskosten zo laag mogelijk te houden om zoveel meerwaarde te creëren. Het succes van de strijd van de arbeidersbeweging heeft er voor gezorgd dat er een grote middenklasse ontstond. Hierdoor verminderde de machtsbasis van de arbeidersbeweging en kwam ze onder druk te staan. Ook de hoge kost leidt tot vraagstelling over het systeem.
“Het naoorlogse systeem van sociale zekerheid – dat vertrok van economische groei, volledige tewerkstelling en bestaanszekerheid – is vastgelopen. De strijd tegen armoede en de bestaansonzekerheid van gezinnen aan de rand van de arbeidsmarkt hapert. Alleen basisinkomen kan armoedeprobleem oplossen.”
Bea Cantillon, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen over de welvaartsstaat, armoede, sociale ongelijkheid en het sociale beleid in België en in Europa
Sociale zekerheid; wat is het eigenlijk en hoe werkt het?
In Marxistische Studies nr. 107 schrijft Daniel Zamora Vargas: “De sociale zekerheid werkt als een soort systeem van inkomensverdeling. De overheid int bijdragen die worden ingehouden op het loon van wie werkt. Ze herverdeelt dat geld aan wie vandaag op pensioen is, ziek is of werkloos. Het systeem berust op twee basisprincipes, dat van solidariteit en dat van verzekering.
De solidariteit houdt in dat de inkomsten in een gemeenschappelijke kas gaan en vervolgens besteed in functie van de behoeften. Sommigen trekken er minder uit terug dan ze erin gestopt hebben, anderen dan weer meer. De eerste vorm van solidariteit gaat uit van de collectieve zorg voor wie omwille van ziekte, ongeval, werkverlies of ouderdom het meest behoefte hebben aan ondersteuning en een inkomen. De tweede vorm is de solidariteit die ontstaat tussen de verschillende generaties. Een gedeelte van het loon (de bijdragen voor de sociale zekerheid) van wie vandaag werkt, wordt niet verdeeld als direct loon, maar toegekend bij wijze van pensioen aan de voorgaande generatie. Ten slotte bestaat er ook nog een vorm van verticale solidariteit. Je draagt niet bij in verhouding tot het risico dat je loopt, maar in verhouding tot het bedrag dat je verdient.
Daarnaast speelt bij de uitkeringen het verzekeringsprincipe. Wie recht heeft op een uitkering, ontvangt een inkomen in verhouding met het loon dat hij of zij moet ontberen. Op die manier verzekeren we in zekere mate het behoud van het levensniveau. De verhouding tussen deze uitkering en het vroegere loon heeft een naam: het vervangingspercentage of de relatieve uitkeringshoogte.
Sociale zekerheid is een herverdeling-mechanisme dat een falen van het economisch systeem corrigeert. De belastingdruk in België is hoog, en zal ook hoog blijven. We hebben nu eenmaal gekozen voor een uitgebreid overheidsapparaat en een uitgebreide sociale zekerheid. Maar dat betekent niet dat er in het belastingstelsel geen verbeteringen mogelijk zijn. Belastingen zijn altijd negatief voor de activiteit die belast wordt. In België is er voor geopteerd om vooral arbeid heel zwaar te belasten. Gezien arbeid uiteindelijk de kern is van onze welvaart is dat op z’n zachtst gezegd een onverstandige keuze. Het systeem staat onder druk want het heeft problemen met de financiering. Een tweede probleem is dat het systeem gebaseerd op groei waardoor het meespeelt in het kapitalistische systeem.
Het systeem staat onder druk want het heeft problemen met de financiering. Een tweede probleem is dat het systeem gebaseerd op groei omdat het meespeelt in het kapitalistische systeem.
Toegang tot onze sociale zekerheid
Aangezien sociale zekerheid een burgerrecht is moet het voorbehouden worden voor mensen die hier altijd verblijven. Tenslotte is het een gesloten solidariteits- en verzekeringssysteem. Wie mee betaalt kan op een bepaald moment ook genieten van het systeem. In eerste instantie zou het dus voorbehouden zijn voor Belgen, tenminste als ze hier ook echt verblijven en bijdragen aan het systeem. Iedereen die hier 5 jaar verblijft krijgt burgerrechten, maar ook plichten.
De vraag die we ons moeten stellen
Welke visie op sociale rechtvaardigheid willen we? Zien we het als een strijd tegen ongelijkheid of is het alleen maar het bepalen van een ondergrens waaronder het echt onwaardig is om te leven (armoede)? Het socialisme streeft meer naar gelijkheid en het liberalisme meer naar het uitroeien van armoede.
Het verzekeringsprincipe
Dit principe van de sociale bijdrage is allang voorbijgestreefd. Wie weet er nog dat dit een verzekering is betaald door de werkende om de mensen die pech (ziekte of werkloosheid) hebben te helpen. Er moet gezocht worden naar nieuwe wegen om het sociaal beleid voor alle burgers te voeren.