In Antwerpen bestaat er een veelvoud aan niveau’s: districten (de vroegere gemeenten) met een verkozen gemeenteraad, een niveau van de gefusioneerde gemeenten met verkozen gemeenteraad, de provincie met verkozen raadsleden, het Vlaams Gewest met ministers en parlement, de Federale staat met regering en parlement, het Europese parlement. Om er zeker te zijn dat de burger niet meer weet welke verkozene wat doet en waarom, heeft men in Vlaanderen nog een nieuw niveau bedacht, de referentieregio’s zonder verkozenen.
Laat nu net dat nieuwe niveau misschien de oplossing zijn voor de staatshervorming. De referentieregio van de Vlaamse regering (door mij anders ingevuld, zie verder in 21 districten) is wat het kanton is voor de Zwitsers. Alle beslissingen moeten op dat niveau genomen worden, behalve diegene die aan het Federale en het Europese niveau worden overgedragen (zie Federaal niveau). Alle andere bevoegdheden gaan naar het nieuwe niveau waarvoor we een nieuwe naam moeten zoeken: referentieregio, stadsregio, regio, district of stadsgewest (Kanton bij Zwitsers). Ik verkies ‘district’ omdat het in meerdere talen hetzelfde is. We moeten de provincies afschaffen evenals de gewest-parlementen en ook alle fusies van gemeenten. Overleg tussen districten kan via een ad-hoc parlementaire commissie. De ministeries worden maximaal gedecentraliseerd.
De districten worden geleid door verkozen parttime parlementsleden. We kiezen één parlementslid per 10.000 burgers, wat neerkomt op ongeveer 1058 parttime (dus ook minder betaalde) parlementsleden. Wanneer we blanco stemmen waarde geven met lege zetels dan moeten hier bij bv 15 % blanco ongeveer 158 lege stoelen zijn. De persoon met het meeste voorkeurstemmen wordt de gouverneur van het district en stelt zonder tussenkomst van de partijen zijn kabinet samen. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe parlementsleden hun werk kunnen doen moet elk district ervoor zorgen dat deze parlementsleden een kantoor hebben in het district-gebouw.