Europa schrikt bij de resultaten van de verkiezingen in Zweden en Italië. We vergeten dan gemakkelijkheidshalve de resultaten van het FN in Frankrijk en de stijging van het Vlaams Belang bij ons. Maakt ons continent een ruk naar rechts? Blijkbaar wel, maar de juiste vraag is ‘Waarom gebeurt dit?’.
We hebben hier nochtans ervaring mee; in de jaren ’30 van de vorige eeuw waren er grote maatschappelijke problemen in Duitsland en wie heeft daarvan geprofiteerd om de macht te pakken? Hoogste tijd dus om eens serieus na te denken over onze maatschappij. Het Neoliberalisme en de globalisering hebben gezorgd voor een aantal nieuwe problemen, een aantal nieuwe slachtoffers. En vooral veel onrechtvaardigheid.
Heel veel landen kampen met grote problemen maar hebben niet de moed om de problemen aan te pakken. Omdat de mensen niet meer weten hoe het verder moet, kiezen ze gemakkelijkheidshalve voor de extremen: die hebben zogezegd eenvoudige oplossingen. Is dat de oplossing voor onze problemen, zeker niet.
Voor heel veel mensen is dit een beangstigende wereld, een wereld die lijdt tot ongelukkigheid en eenzaamheid. Heel veel mensen beginnen de hoop op een beter leven te vergeten. Ze worden overrompelt met problemen en kunnen daar geen oplossingen voor bedenken. Ze laten het dan maar over aan politici, waarin ze weinig vertrouwen hebben. En eigenlijk weten politici het ook niet meer.
Een nieuwe klassenstrijd
De westerse, liberale democratieën splijten zich in twee klassen:
die van daarboven; de welgestelden, de hoogopgeleiden, de mobiele, grootstedelijke wereldburgers, de progressieven
die van daarbeneden; zij die tekortkomen, de schoolverlaters, de lokaal verankerde dorpelingen, de traditionalisten.
Er is een grote kloof ontstaan tussen die van daarboven en die van daarbeneden.
Nu komt daar nog een nieuwe evolutie bij: de oude middenklasse vreest voor haar materiële en culturele ondergang. Zij kunnen de omslag naar duurzaamheid niet betalen. Deze onzichtbare meerderheid wordt niet gehoord. Wat we vergeten is dat een gezonde middenklasse de dragers zijn van de democratie. Als deze middenklasse verarmt wordt de binnenlandse economie bedreigt, met werkloosheid en armoede tot gevolg. Omdat de middenklasse de draagzuil is van de democratie, zoals Aristoteles al wist, erodeert een verarming van het middensegment de democratie.
De toename van de armoede
Er is in de wereld een groeiende ongelijkheid. De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. De acht rijkste mensen op aarde bezitten evenveel vermogen als de 3,6 miljard armste mensen. Oxfam waarschuwt dat de ongelijkheid zal leiden tot grote woede: “Ongelijkheid houdt 836 miljoen mensen gevangen in armoede. Het breekt onze samenlevingen op en ondermijnt de democratie.”
“In ons land moet 16,4 procent van de bevolking leven van een inkomen onder de armoedegrens. Dat is het hoogst gemeten peil in de laatste 15 jaar. Het betekent dat 1,8 miljoen Belgen te weinig geld hebben om op een minimaal normale manier te functioneren in onze samenleving.” zegt armoedespecialist Ive Marx (UAntwerpen).
Voor een alleenstaande komt dat in 2018 neer op een totaal beschikbaar inkomen van 1187 euro per maand, voor een huishouden met twee volwassenen en twee kinderen onder 14 jaar op 2493 euro. ‘Huur daar maar eens een behoorlijk huis van als je ook nog water, gas, elektriciteit, kleding en eten moet betalen.’
“Als we de rechten van mensen niet op een globaal niveau beschermen, zullen ongelijkheid, sociale onrust en nationalisme blijven toenemen.”
Sharan Burrow, secretaris-generaal van het Internationaal Vakverbond
Een migratiegolf
Veel mensen hebben tegenwoordig een probleem met het feit dat immigranten zo maar aanspraak kunnen maken op de sociale zekerheid en ze vinden dat onrechtvaardig en oneerlijk.
In 2000 telde de Belgische bevolking 10.251.000 inwoners, in 2020 was dat aantal gestegen met 1.241.641 tot 11.492.641 inwoners. Het overgrote deel van de bevolkingsgroei kunnen we verklaren door een sterk positief internationaal migratiesaldo, of 860.500 nieuwe inwoners.
Migratie is van alle tijden, maar heeft jammer genoeg ook altijd voor problemen gezorgd. Er is niks mis mee dat mensen proberen een beter leven te hebben door naar een ander land te gaan. Maar hoe kunnen ze dat bereiken? Is integratie de enige oplossing? Hoe kan men aanspraak maken op een job als men de taal van het land niet spreekt? In ons land zijn er hoe langer hoe minder jobs voor laaggeschoolden. Hoe kunnen we deze mensen dan hoop geven op een job en dus een beter leven? Moeten we jobs voor laaggeschoolden creëren omdat we veel migratie hebben of moeten we laaggeschoolden meer opleiding geven zodat ze een job kunnen vinden in ons land. Een echt migratiebeleid zou deze problemen kunnen verminderen.
Van wie moeten de oplossingen komen?
Veel linkse mensen zijn uitermate kritisch voor nationalisme en populisme zonder erbij na te denken over het waarom. Rechts gaat op zijn beurt ook kort door de bocht: zij lossen alle problemen op met simplistische kreten zonder de problemen op te lossen. Veel linkse mensen beseffen niet dat ze in hun discours eigenlijk voorvechter zijn van de ‘neoliberale maatschappij’, die graag vrij verkeer van kapitaal, mensen en producten zien. En ook de centrumpartijen kijken niet begrijpend toe.
Cornelia Koppetsch, sociologieprofessor uit Darmstadt, maakt in haar boek over de woedesamenleving een genadeloze analyse van de hypocrisie van de linkse, intellectuele bobo’s. Ze omschrijft die als ‘progressieve neoliberalen’. Ze ziet hoe linkse kosmopolieten lustig zwaaiend met etiketten als ‘populistisch’ of ‘extreemrechts’ het onderliggende politieke conflict verdoezelen. Voor Koppetsch zijn de progressieve, culturele elites zelfs de sleutelfiguren van het nieuwe, geglobaliseerde kapitalisme. Zij lijken niet in staat om hun eigen privileges en hun rol als dragers van een globale, neoliberale ideologie onder ogen te zien. Neoliberalisering is ook depolitisering: het idee is dat je politiek niet nodig hebt, want als je markten het werk laat doen ontstaat er vanzelf een evenwicht.
‘Populisme’ en ‘elite’ zijn nieuwe scheldwoorden, die worden gebruikt om de mening van de andere groep in diskrediet te brengen. Zij lijden echter alleen maar tot een impasse die elk gesprek onmogelijk maakt. Hierdoor gaat de zoektocht naar een nieuw moreel kompas van de maatschappij totaal verloren.
Wie is er nog geïnteresseerd in moraal?
Zolang het met hem of haar maar goed gaat. Het “ik” heeft de morele wereld overgenomen. We moeten terug op zoek naar wat ons mensen bindt en niet langer wat ons verdeelt. We moeten stoppen met het beschuldigen van anderen als er iets mis gaat.
Het is de hoogste tijd om gewoon verantwoordelijkheid te nemen voor ons leven. We zijn een individu met rechten maar ook met plichten naar de anderen, naar de kinderen en kleinkinderen, naar de ouders en grootouders, naar de mensen uit dezelfde wijk, dezelfde gemeente. Wij maken samen een samenleving. Wij moeten samen beslissen hoe we dit gaan organiseren. We moeten de problemen durven benoemen en kijken hoe we daar oplossingen voor kunnen vinden. Dat gebeurt beslist niet door te polariseren. Daardoor gaan de problemen niet verdwijnen of opgelost geraken.