Een complex probleem is onze sociale zekerheid, die voortdurend met tekorten functioneert, maar die vooral veel te complex voor de mensen is, al was het maar om te weten waarvoor ze in aanmerking komen. Daarenboven worden mensen in hokjes geplaatst, wat zeker niet goed is voor de betrokkenen. Iedereen heeft recht op respect en waardigheid, maar ook op een zekerheid om veilig te kunnen leven en te beschikken over de basis: voeding, kleding en een woning. In Maslow’s piramide zijn dit de onderste twee niveau’s lichamelijke behoeften, veiligheid en zekerheid.
Veel mensen hebben tegenwoordig een probleem met het feit dat immigranten zo maar aanspraak kunnen maken op de sociale zekerheid en ze vinden dat onrechtvaardig en oneerlijk. En ze hebben gelijk want het systeem berust op solidariteit en verzekering, het herverdeelt het geld dat geïnd wordt bij de deelnemers van het systeem en dat zijn de werkende landgenoten.
Hoe werkt de sociale zekerheid eigenlijk?
De sociale zekerheid werkt als een soort systeem van inkomensverdeling. De overheid int bijdragen die worden ingehouden op het loon van wie werkt. Ze herverdeelt dat geld aan wie vandaag op pensioen is, ziek is of werkloos. Het systeem berust op twee basisprincipes, dat van solidariteit en dat van verzekering.
De solidariteit houdt in dat de inkomsten in een gemeenschappelijke kas gaan en vervolgens besteed in functie van de behoeften. Sommigen trekken er minder uit terug dan ze erin gestopt hebben, anderen dan weer meer. De eerste vorm van solidariteit gaat uit van de collectieve zorg voor wie omwille van ziekte, ongeval, werkverlies of ouderdom het meest behoefte hebben aan ondersteuning en een inkomen. De tweede vorm is de solidariteit die ontstaat tussen de verschillende generaties. Een gedeelte van het loon (de bijdragen voor de sociale zekerheid) van wie vandaag werkt, wordt niet verdeeld als direct loon, maar toegekend bij wijze van pensioen aan de voorgaande generatie. Ten slotte bestaat er ook nog een vorm van verticale solidariteit. Je draagt niet bij in verhouding tot het risico dat je loopt, maar in verhouding tot het bedrag dat je verdient.
Daarnaast speelt bij de uitkeringen het verzekeringsprincipe. Wie recht heeft op een uitkering, ontvangt een inkomen in verhouding met het loon dat hij of zij moet ontberen. Op die manier verzekeren we in zekere mate het behoud van het levensniveau.
Aanpassingen aan het huidig systeem
Omdat het nagenoeg onmogelijk is om echte veranderingen aan te brengen aan het sociale zekerheidssysteem, moeten we ons beperken tot wat kleine aanpassingen. We moeten vooral trachten om het systeem iets eenvoudiger en doorzichtiger te maken en de kosten lichtjes te verlagen door administratieve vereenvoudigingen.
Dit is beslist de eerste belangrijke stap: het afstappen van het gezin als fiscale eenheid. Om het huidig systeem betaalbaar te houden moeten we naar 80 % tewerkstelling. We gaan er dus van uit dat meerdere personen binnen een gezin werken. Dit wil zeggen dat er niet langer een gezinsinkomen is, de lonen worden niet langer samengevoegd door de belastingen. Iedereen bouwt zijn eigen inkomen op en werkt voor zijn eigen pensioen.
Enkele vereenvoudigingen
- Werkloosheidsuitkering is in België onbeperkt. We kunnen dit behouden, maar na 1 jaar gaat men naar fulltime opleiding of halftijds werken voor de gemeenschap via het participatieloon. Gelijktijdig moet er een groots opleidingsprogramma komen voor al die werklozen zonder enige kwalificatie. Geef deze mensen kansen om deel te nemen.
- Er moet een eengemaakt statuut komen voor alle categorieën; arbeiders, bedienden, ambtenaren en zelfstandigen. Dit moet niet onmiddellijk volledig uitgevoerd worden, maar men moet er meteen aan beginnen. Zo zou men kunnen kiezen om een nieuw statuut te maken enkel voor mensen geboren na 1990, de jeugd dus. En betrek ze aub in de creatie van een nieuw statuut dat voor iedereen geldig zal worden. De voordelen van de huidige statuten kan behouden blijven voor mensen geboren voor 1990. Op die manier moet er niet geraakt worden aan de huidige voordelen. Voorwaarden kunnen wel verschillen per sector, maar moeten altijd eenheidsstatuten zijn.
- Het uitdoven van het zelfstandigen statuut; op termijn moeten zelfstandigen ook tot hetzelfde eenheidsstatuut behoren. Dat zou kunnen door zaakvoerders de mogelijkheid te bieden om als een gewone medewerker betaald te worden indien hij al zijn inkomsten via een sociaal secretariaat uitbetaald worden, maar exclusief uitbetaling winsten. De winstuitkering mag niet hoger zijn dan 1/13de van zijn jaarloon, met de rest van de winst wordt het kapitaal verhoogd. En voorlopig is dit een vrijwillige beslissing van de zaakvoerder, maar als hij kiest voor het werknemersstatuut moet hij het volhouden. Voor nieuwe vennootschappen wordt dit het enige statuut.
- 13 keer loon; Waarom zouden we loon en pensioen niet 12 en vakantiegeld of dertiende maand, maar 13 keer uitbetalen, dus elke vier weken. Daarvoor zouden alle elementen zoals vakantiegeld, dertiende maand, enzoverder samengeteld worden en gedeeld door dertien. Geen vakantiekassen meer, geen problemen bij ontslag over vakantiegeld en dertiende maand want alles is al betaald. Wat een administratieve vereenvoudiging.
- Daar bovenop zou je dan de mogelijkheid moeten openhouden om een winstdeelname uit te keren waarop enkel belastingen verschuldigd zijn, maar beperkt tot een bruto vierweken-loon en ook geldig voor de bonussen van managers.
Ziekteverzekering
Het is evident dat de ziekteverzekering uit de sociale zekerheid moet gehaald worden, want dat is een mensenrecht en dus afdwingbaar voor iedereen. Het moet er zijn voor iedereen, ook voor wie niet werkt.
Simplify
Geef de ziekteverzekering een eigen budget. Er zou moeten gestopt worden om uit de grote pot te graaien maar de ziekteverzekering (de minister van volksgezondheid) moet verantwoordelijkheid nemen en de eigen rekeningen betalen. Om eigen inkomsten te creëren zou de ziekteverzekering de accijnzen op alcohol, sigaretten en benzine kunnen toegewezen krijgen. Eventueel kan de suikertaks hier nog aan toegevoegd worden.Naast deze accijnzen zou de ziekteverzekering (in de basis uitgebreid met hospitaalplan voor iedereen) aangevuld worden voor verplichte bijdrage van alle deelnemers.
Index
Allereerst moeten we bepalen wat de echte basisbehoeften zijn. Die basisbehoeften moeten allemaal opgenomen worden in de welvaartsbehoud-index. De automatische indexaanpassingen blijven behouden maar worden maar één keer per jaar op 1 Januari aangepast.
Het indexeren gebeurt niet langer als percentage op het volledige loon, maar op het laagste loon, het minimum basinkomen.
Andere Mogelijke verbeteringen
- Bij sociale verkiezingen moet er een mogelijkheid zijn voor onafhankelijken of voor een niet erkende vakbond om deel te nemen aan de verkiezingen. Een onafhankelijke kan toch ook de belangen van het personeel van het desbetreffende bedrijf verdedigen. Waarom hebben alleen de drie erkende vakbonden dit voorrecht? Hieruit kan alleen maar arrogantie (zij zijn de enige die weten wat goed is voor de mensen) ontstaan en immobilisme.
- De hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen, die beheerd wordt door de erkende vakbonden, moet afschaft worden en ondergebracht worden bij de VDAB die naast het begeleiden naar een nieuwe job, ook de uitbetaling van de werkloosheidsvergoeding kan uitvoeren.
- Uitbetaling van werkloosheidsuitkering door de vakbond wordt beperkt tot 1 jaar waarin geen prestaties worden geleverd. Daarna gaat de uitbetaling gebeuren door de VDAB die ook voorziet in fulltime opleidingen.
- De groep van 10 moet herzien worden. In dit overleg staan de werkgevers, die zo weinig mogelijk willen betalen, tegenover de vakbonden die zoveel mogelijk geld willen. Hierbij wordt er gepraat tot er een akkoord is, ook al past dit niet in een bredere maatschappelijke visie. Uiteindelijk betaalt dikwijls een andere partij de rekening, namelijk de staat. Daarom moet de regering deel uitmaken van de groep van 10. Deze moet aangevuld worden met de Minister van Arbeid en Sociale zaken en de Minister van Financiën. Het wordt dus de groep van 12.
- Geef de vakbonden rechtspersoonlijkheid: De vakbonden zijn in ons land zowat de enigen die geen rechtspersoonlijkheid hebben en dus ook niet voor de rechtbank ter verantwoording kunnen worden geroepen. En dat ze hun boekhouding niet moet vrijgeven is ook al uitzonderlijk. Er is geen enkele democratische controle op hun werking, terwijl ze met veel geld van de staat werken. Van de Koning wordt verwacht dat hij elke cent van de miljoenen die hij krijgt verantwoordt, maar van de vakbonden die miljarden van de staat beheren vraagt men dat niet. Heel merkwaardig, hé.
“In België is het middenveld voor 70% gesubsidieerd, en dus niet zelfredzaam zoals in andere landen. De innige verhoudingen van de zuilen met de overheid bewijzen nog steeds hoe etatistisch de basis is waarvan ons land vertrok. Dit patroon wordt doorgetrokken in de subsidies.”
Van de Cloot, Belgisch econoom, columnist en hoofdeconoom van de denktank Itinera Institute
Nieuwe tijden vereisen nieuwe oplossingen.
Om komaf te maken met statuten zoals contractuelen bij de staat of het systeem van de anciënniteit wat de kosten enkel verhoogd, maken we een nieuw soort contract.
Het 10+1 contract:
Het betreft een contract van 10 jaar, dat enkel opzegbaar is in het eerste jaar. Na tien jaar eindigt het contract met dien verstande dat de werkzaamheden van de werknemer eindigen. De werknemer wordt nog een jaar doorbetaald, een sabbatjaar voor iedereen die 10 jaar gewerkt heeft. Een jaar tijd om te herbronnen (goed voor de gezondheid) of om te herscholen (goed voor de toekomst). Ook is er geen verplichting tot het opnieuw aanwerven van deze medewerker. Uiteraard zou dit soort enkel van toepassing zijn op nieuwe contracten of op verzoek van de medewerker kan zijn contract worden omgezet naar het 10 + 1 contract. Vanaf het begin van het twaalfde jaar kan de persoon naar werkloosheid indien hij geen nieuwe baan kan vinden.
In de praktijk wil dit zeggen dat in de toekomst mensen 40 jaar werken en 4 sabbatjaren hebben. Dit wil dus zeggen een loopbaan van 44 jaar, die allemaal bijdrage aan de sociale zekerheid leveren aangezien het personeelslid in het 11de jaar ook gewoon doorbetaald wordt. De zekerheid van een levenslange job bij de overheid vervalt hiermee. Misschien worden mensen dan meer gemotiveerd om interesse te hebben in hun opleiding.
4 dagen week
Kan een kortere werkweek helpen om arbeid en gezin meer in evenwicht te brengen?
Breng het aantal werkuren van 36 naar 32 uur voor iedereen, gespreid over 4 dagen. Dat is een dure toegeving voor de werkgevers (12% minder uren), maar dit wordt zeker en vast gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere tevredenheid van het personeel, minder problemen en ziektes voor de medewerkers en tenslotte een hoger rendement.
Daarenboven is dit een ook een groene maatregel, want het aantal verplaatsingen naar het werk wordt verminderd met 20 %. Om dit een beetje te compenseren schaffen we 5 kerkelijke feestdagen af: tweede pinksterdag, tweede paasdag, 15 augustus, Allerheiligen en Allerzielen. Dit komt tevens tegemoet aan de vraag tot scheiding tussen kerk en staat. En uiteraard wordt het aantal verlofdagen verminderd tot 16 werkdagen of 4 weken zoals nu.
De 4-dagen week zou zeker in het onderwijs moeten toegepast worden. Ook voor de kinderen kan een kortere week meer rust geven en de mogelijkheid geven om voor hobby’s zoals tekenen, schilderen of muziek tijd te maken, maar ook voor sport en jeugdbeweging. Om het verlies van één werkdag te compenseren, moet er gezocht worden naar een andere werkindeling en verlofdagen.
Tijdverlies wegwerken
In België besteedt meer dan de helft van de Belgen het equivalent van één dag per week aan vergaderingen. Het grootste probleem met vergaderingen is niet zozeer hun aantal, maar hun inefficiëntie en slechte voorbereiding. 85 procent van de Belgen wordt nog geconfronteerd met nutteloze vergaderingen. Slechts 13 procent van de Belgische werknemers vindt al hun vergaderingen nuttig.