Jonathan Holslag op Facebook 12/11/2023
Als we onze Europese vrede en welvaart willen behouden, zullen we ervoor moeten knokken.
De voorbije week was gevuld met bijeenkomsten in verschillende landen. Telkens bogen we ons over hoe Europa er voor staat tegen de achtergrond van een steeds onrustigere wereld. Soms liepen de emoties in de vergaderzaal hoog op, zeker tijdens de discussies over het Midden-Oosten. Het viel op dat zelf de meest rabiate optimisten vandaag een moeilijke realiteit aanvaarden: “We zitten vast, muurvast.”
Een voormalige Italiaanse eerste minister vertelde me tijdens een koffiepauze vandaag: “Jarenlang dacht ik dat crisissen Europa sterker maakten. Vandaag leiden crisissen nog steeds tot wat verandering hier en daar, maar niet meer genoeg om tred te houden met de veranderingen rondom ons.”
Een Tsjechische minister hekelde de apathie van veel mensen: “Mensen zijn de onheilsberichten beu en kijken steeds meer weg. Maar als het huis naast je huis in brand staat en je kijkt weg, dan staat binnen de kortste keren je eigen huis in brand.”
Een militair uit Polen opperde: “Ik begrijp dat veel mensen het moeilijk hebben, maar er zit nog veel welvaart in Europa. Kunnen we verwachten dat we de toekomst van Europa zullen veilig stellen als de middenklasse meer bezig is met de weelde van morgen dan met de welvaart van haar nageslacht.”
Een CEO: “Europe verliest terrein. We hebben goede scheidsrechters, maar we spelen het spel niet meer mee. Financieel kapitaal wordt te weinig gebruikt voor de zaken die vitaal zijn. Menselijk kapitaal wordt onvoldoende ontwikkeld voor zaken die belangrijk zijn.”
Lange tijd stond ik nogal alleen met die observaties, maar nu lijken ze gemeengoed geworden en dat is een akelige vaststelling.
Vier zaken lijken mij belangrijk:
1) Eerlijkheid. Niemand kan burgers beloven dat we onze toekomst veilig zullen stellen zonder correcties te maken, meer geld, tijd en arbeid te investeren in zaken die vitaal zijn voor onze toekomst, dat we minder moeten rekenen op de rest van de wereld voor het vervullen van onze behoeften en meer zelfredzaam zullen moeten worden. Dat zal een inspanning vergen, ons tijdelijk dwingen tot soberheid. Maar herstel is haalbaar.
2) Meer dan ooit inzetten op de veerkracht van de komende generatie. Het is belangrijk om met onze kinderen te praten over de wereld, hoop te bieden, maar ook duidelijk te maken dat we hoop moeten verdienen. Ik denk dat de vorige generaties daarbij flink wat nederigheid aan de dag moeten leggen: de voorbije decennia hebben we collectief enorme kansen laten liggen. Voor een deel zal de komende generatie die fouten moeten rechtzetten.
3) Ruimte bieden aan de volgende generatie. Het valt me keer op keer op dat mensen op verantwoordelijke plaatsen benadrukken dat er een democratisch deficit is, dat de jeugd niet meer betrokken is bij beslissingen, maar weigeren om jongeren te betrekken bij beslissingen, om ze kansen te bieden om verantwoordelijkheid te nemen en al helemaal niet om plaats te maken.
4) Mensen die het goed hebben, moeten het goede voorbeeld geven. Als er offers gebracht moeten worden, moeten de sterksten dat het eerst doen.
5) “Ik heb geen tijd,” is geen excuus. Hard werken heeft niet zoveel zin als je je welvaart probeert op te bouwen op maatschappelijk drijfzand. Als de samenleving blijft zinken, zinkt je eigen levenskwaliteit vroeg of laat mee.
Ik eindig met de woorden van Václav Havel, die in de ruimte waar ik me nu bevind mee de democratische revolutie in Tsjechië in gang zette: “Zonder vrije, waardige en geëmancipeerde burgers kan geen enkel land zijn vrijheid bewaren. Zonder binnenlandse vrede tussen burgers kan er geen vrede tussen staten zijn.”