Herstructurering Vlaanderen eerst aanpakken

“Ook de huidige federale regering botst op de limieten qua bestuur van dit land. Men dient zich zelfs de vraag te stellen of dit land nog wel te regeren valt in een constitutioneel landschap met 198 grondwetsartikels, honderden artikels in daaraan gerelateerde gewone- en buitengewone wetten. Daardoor heeft Kafka toegeslagen en zijn hervormingen uiterst moeilijk te verwezenlijken. In feite slaat de juridische overvloed van regels en procedures haaks op de budgettaire sociaal-economische realiteit van dringende hervormingen.”

Herman Matthijs, Hoogleraar Openbare Financiën UGent

Omdat het Belgische Kafkaiaanse Instituut moeilijk te ontwarren is, moeten we ervoor gaan om met Vlaanderen een voortrekkersrol te spelen. Laat ons een structuur ontwikkelen die anderen aanzet om hetzelfde te doen in het voordeel van alle burgers van de samenleving waarvoor ze gekozen hebben en waaraan ze een bijdrage willen leveren.

Het is belangrijk om een voortrekker te zijn in het organiseren van een samenleving gebaseerd op democratische rechten en plichten. Aangezien het voorlopig moeilijk is om het Belgische niveau te hervormen, zou Vlaanderen beter beslissen om zelf eerst te herstructureren met als belangrijkste doelstellingen de efficiëntie te verhogen en de burger nauwer te betrekken bij de besluitvorming. Dit kan alleen maar in een duidelijke structuur waarin duidelijk is welk niveau welke taken heeft, zonder interventie van andere niveaus. Echte subsidiariteit.

De stad van de toekomst?

De explosieve groei van de steden is een vrij recent fenomeen. In 1800 leefde slechts 3 procent van de wereldbevolking in een stad; in 1950 al 30 procent en tegen 2050 zal 80 procent van de wereldbevolking in steden wonen.

De Europese steden worden steeds meer uitgedaagd om zelf antwoorden te vinden op de uitdagingen van de toekomst: groeiende (jeugd) werkloosheid, economische crisis, energie- en voedselproblematiek, migratiebewegingen, luchtvervuiling en geluidshinder. De stad biedt de meest duurzame manier om te wonen en te werken. Ze biedt diensten en voorzieningen collectief aan op een relatief kleine oppervlakte

Volgens Benjamin Barber, schrijver van “If mayors ruled the world”,  hebben de steden de sleutels in handen om ons een duurzame toekomst te schenken.  Nationale staten kunnen de internationalisering niet aan. Volgens Barber maakt het creëren van supra-nationale beslissingsniveaus, de dingen niet gemakkelijker aangezien de individuele landen sterk op hun onafhankelijkheid steunen. Landen zijn independent (onafhankelijk), terwijl de wereld interdependent (onderling afhankelijk) geworden is. 

Beslissingen over de landsgrenzen heen brengen weinig of geen oplossingen (zie hiervoor het stijgend aantal euro-sceptici). Wat we zelf niet kunnen oplossen wordt niet door Europa of de Verenigde Naties opgelost. toch zijn er een aantal problemen die op dat niveau zullen moeten opgelost worden: klimaatproblematiek, migraties,  de wereldwijde markt, multinationals, kapitaalstromen en speculaties, wapenhandel. Een aantal van onze politici denkt nochtans dat de vervelende beslissingen maar door Europa moeten genomen worden, zodat ze verder kunnen spelen in hun al dan niet kleine land.

Steeds volgens Barber vertalen globale processen zich in steden in tastbare problematieken, die praktische oplossingen vereisen. Als die lokale oplossingen zich verspreiden in een netwerk van steden, kunnen steden een cruciale rol spelen in de uitbouw van een mondiaal verhaal van duurzaamheid. Steden zijn verplicht om pragmatisch naar oplossingen te zoeken, vooral omdat hun schaal nog echte participatie en dus echte democratie kan toelaten.

Stadsgewest? Kanton? Referentieregio?

Het stadsgewest een nieuwe trend? Hoe kunnen onze grote en kleine steden zich verder ontwikkelen in maximale synergie met de omliggende gemeenten? En vooral wie betaalt de diensten van de stad waar de hele regio van profiteert. Stadsgewest is in onze buurlanden reeds een tijd ingeburgerd. Zowel in Nederland als in Frankrijk heeft men een aantal gemeenten samengebracht tot een stadsgewest. Maar het mag niet een extra niveau zijn, want dan weet de  burger helemaal niet meer waar hij naartoe moet bij problemen.

Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen liggen er 13 steden in een grootstedelijk of regionaal-stedelijk gebied, dit zijn de zogenaamde centrumsteden. Het begrip centrumstad is geen aanduiding voor de steden met de meeste inwoners. Een centrumstad oefent een centrale functie uit voor zijn omgeving, onder andere op het vlak van werkgelegenheid, verzorging, onderwijs, cultuur en ontspanning.

In een studie uit 1985 ‘De ruimtelijke organisatie van de steden’ van Sporck, Van der Haegen, Pattyn wordt een stadsgewest omschreven als: “Het stadsgewest is eigenlijk de gehele ruimtelijk vergrote structuur waarbinnen de uiteengelegde basisactiviteiten van de stedelijke gemeenschap, namelijk wonen, werken, winkelen, opvoeden, cultuurbeleving en ontspanning in overwegende mate gelokaliseerd zijn. Tussen deze activiteiten bestaan intense relaties, zodat een functioneel geheel gevormd wordt dat echter in belangrijke mate naar de kernstad georiënteerd blijft”. 

Ruimtelijk overschrijdt het stadsgewest in belangrijke mate ons traditioneel aanvoelen van de stad. Volgens dezelfde studie houdt het stedelijk leefcomplex een verdere uitbreiding van het stadsgewest in met een gordel van woonkernen waarvan de bewoners niet meer volwaardig participeren in de stedelijke gemeenschap, m.a.w. zij zijn vooral voor tewerkstelling op de stad betrokken maar zijn voor andere dagelijkse functies en behoeften veel minder op de stad gericht.

We zullen Vlaanderen dus moeten onderverdelen in 13 Stadsgewesten die samen het hele grondgebied omvatten, dus ook de kleine landelijke gemeenten zullen vallen onder de 13 Vlaamse stadsgewesten.